Maandag 15 augustus 2016
Als iemand vraagt bij de excursie rond het Kennemermeer welke plant dat is zeg ik gelijk dat het sintjanskruid is, maar Marja zegt dat het ook hertshooi kan zijn. We zoeken het op in de Flora en ik heb weer wat geleerd. Hertshooi heeft een vierkantige stengel en sintjanskruid een platte. Het bloemetje van hertshooi is prachtig.

Ik krijg vruchtjes van de waternavel aangereikt, wat is dat ontzettend klein.

De slanke gentianen bloeien nu volop.

Ik ben op zoek naar scherp fijnstraal, maar nog een enkel bloemetje bloeit nog, het meeste is al uitgebloeid.

De nachtsilene staat hier massaal, ook zo goed als uitgebloeid allemaal, behalve een enkeling.

Als je goed kijkt zie je nog twee bloemetjes in het kleine dwergbloemplantje.

Bloeiende rus bij het dwergbloemplantje.

Een zweefvlieg die een wesp nadoet, daarom heet hij de streepfopwesp.

Iemand had een rupsje op zijn kleren. Ik fotografeer het om thuis uit te zoeken op welke waardplant hij thuishoort en zet hem zolang in een plantenbak. Het blijkt een kameeltje te zijn en jammer genoeg kon ik hem ’s middags niet meer terugvinden.

Ik dacht dat ik de dop van mijn lens was verloren en ga na het koffiedrinken nog eens het gebied in (was niet nodig want ik had hem in mijn broekzak). Toch ben ik blij dat ik gegaan ben, want de stadsreus vind ik wel de moeite waard om te fotograferen.

Nu het ik het wormkruidbijtje op het boerenwormkruid waarbij de bloemhoofdjes goed zichtbaar zijn.

Dit is wel sintjanskruid. Ik heb de stengel goed bekeken. Ook even een blad gekneusd die rood afgaf.

Denk ik een boorvliegje op mijn duim te hebben, is het een prachtvlieg: Herina frondescentiae

Op het heelblaadje zitten hier wel nachtvlindertjes, o.a. een kijkgaatje en ook de gevlekte mospalpmot.

’s Avonds ga ik dus terug om het rupsje terug te vinden om hem op een wilg te zetten, maar niet gevonden. Ik fiets door naar de pier, niets bijzonders aan vogels. Goed is te zien hoe de begroeiing op het strand verder en verder groeit.