Woensdag 24 juni 2015
’s Morgens ga ik eerst mijn vlinderroute langs de spoorlijn lopen. Een kauw komt bijna op mijn schoenen staan.
Ik zie hier regelmatig geringde kauwen.
Aan het eind van de vlinderroute loop ik in de berm van de kanaaldijk, daar zie ik gelukkig nog wel zwartsprietdikkopjes. Voor vlinders hoef ik hier bijna niet meer te zijn, de enkele sprietjes die er staan, worden zo snel mogelijk weer weggemaaid met de zandmaaier.
De tweede vlinderroute is de Vossendel. Ook daar zijn maar weinig vlinders, maar wel verschillende insecten. O.a. deze zweefvlieg die ons fopt en doet alsof het een wesp is, daarom heet die ook donkere fopwesp.
Vrouwtje oeverlibel gaat rustig op de grond zitten.
Er lopen ontzettend kleine beestjes over de grond, het zijn waarschijnlijk spintmijten.
Verdosie, weet ik niet hoe deze plant heet, er staan er heel wat.
Leuk dat ik hier ook een nimf van een blauwvleugelsprinkhaan tegen kom.
Daarna ga ik nog door naar de Herenduinen, op zoek naar de duinparelmoervlinder. Ook hier zijn weinig vlinders. Aan een lege pop heb ik niks.
Je ziet waar de vleugels hebben gezeten.
Terug op het fietspad zie ik een ree, met een klein kalfje de weg over steken, natuurlijk ben ik dan te laat voor een foto. Iemand wijst me wel een zandhagedis aan. Jammer dat hij een stuk van zijn staart kwijt is.