Donderdag 25 en vrijdag 26 augustus 2016
Er is weer een nachtvlinderavond. Op de plaat van de kist zit een hertshooisteltmotje, maar ook de mini’s tellen mee.

Een meeldauwlieveheersbeestje komt ook op het licht af.

Helaas veel hoornaars die ons het leven zuur maken. Ze worden gevangen in een potje en aan het eind van de avond weer losgelaten.

Veel nieuwe soorten voor mij vanavond, zoals de panterspitskopmot.

En de zustermot.

Toen het nog licht was liet Marja mij al een pop van een witje zien bij de deur. Later zien we er nog een op het raam. Ik weet niet of het van een klein -, een groot koolwitje is of van een geaderd witje.

Eerst dacht ik dat het een gouduil was, maar het is de goudgele boorder.

De zilveren groenuil, gestreepte goudspanner en een appeltak op een rijtje.

Alleen al om die namen zou je gaan nachtvlinderen, dit is het pinguintje, fraai beestje.

De kleine boogbladroller.

De egale sparappelboorder gaat op de stang van de stellage zitten. Je moet uitkijken waar je loopt, want ze zitten ook af en toe op de grond.

De witte eenstaart is een klein vlindertje.

Daarentegen is het karmozijn weeskind behoorlijk groot. Op de smeer kwamen ook 6 exemplaren af en een paar piramidevlinders.

Een kleintje: de gezoomde valkmot.

Een zeldzame: de kraagvleugellichtmot. Wel apart.

De gelijnde grasuil is zo mooi getekend.