Slanke kleine zwaardschede

Maandag 21 oktober 2024
Direct bij het begin van de excursie kan ik het verschil tussen een gewone en een grote aalscholver aantonen door de hoek bij het begin van de snavel. Links de gewone, rechts de grote.

Dit keer gaan we langs de westkant van de plas. We hopen zandtulpjes te zien, maar we zien een plooirokje.

Een katwilg heeft hele lange smalle bladeren.

’s Middags heb ik ook nog strandwacht, waarbij ik wel een bijzonder kleurpatroon zie op een Amerikaanse zwaardschede.

Eindelijk een foto van een drieteentje met schelpjes om zich heen.

Er is heel wat aangespoeld en dit keer niet eens zoveel Amerikaanse zwaardschedes. Ongeveer in het midden een venusschelp, wat zeeboontjes en veel ovale strandschelpjes.

Een duidelijke Noorse hartschelp.

Bij de gigantisch grote zeepaddenstoel heeft Selma even haar hand naast gelegd ter vergelijking.

Hoera, de eerste keer dat ik een andere zwaardschede vind dan de Amerikaanse. Het is de slanke kleine zwaardschede en ik vind er zelfs twee. Misschien omdat ze nu wat meer opvallen omdat er weinig Amerikaanse liggen.

Dromedarisluizen

Vrijdag 4 oktober 2024
De waddenorchidee op de parkeerplaats heb ik ingevoerd in waarneming. Eerst wordt er handekenskruid en later rietorchis van gemaakt. Volgend jaar toch eens kijken of waddenorchis niet klopt.

De Metellina-spin heeft een prooi goed ingepakt, misschien was het een rietcicade.

Een stam zit helemaal onder de dromedarisluizen, bijna de enige soort luis die goed te herkennen is.

Sikkelsprinkhaan

Maandag 23 september 2024
De brede wielwebspin zit op een grasje waarvan ik de naam wel zou willen weten.

Galletjes van de schietwilgwratmijt op schietwilg.

Het is dat ik niet weet of ik volgende week nog vlinders kan tellen vanwege het weer dat ik vandaag toch ga tellen. Het is 19 graden, dus de temperatuur valt nog mee en de wind ook.

De sikkelsprinkhaan zie ik al vaker hier bij het Kennemermeer. In 2004 kwamen de eerste 3 exemplaren in Noord-Holland.

Nog een zuidelijke soort: de grauwe schildwants. De eerste melding is van 2005.

De rups van de kleine beer kijkt of de andere kant van het dorre blad sappiger is.

Rups kroonvogeltje

Maandag 16 september 2024
Met een fraaie wolkenlucht belooft de excursie bij het Kennemermeer bijzonder te worden. We vinden al snel rupsen van de wapendrager. Bij mijn favoriete berkenboom zie ik een rups van een kroonvogeltje, wow, prachtige vondst. De kop is naar de rug gekeerd.

De anderen zijn daar zo lang aan het bewonderen en fotograferen dat ik nog van alles zie, zoals een groene stinkwants.

Een slakkendodervliegje met een geweldige naam: rooddijtantesidonia.

Gal in de watermunt, door de watermuntbloesemmijt.

Als ik ga kijken of ze klaar zijn met het kroonvogeltje ontdek ik onder een blad ook nog een rups van een Meriansborstel. We gaan nog net niet uit ons dak.

De rupsen van wapendrager zijn altijd heel harig, deze heeft zijn wilde haren verloren waardoor het patroon zichtbaar is.

Overblijfsel van een nog bloeiende kattenstaart.

Topexcursie, helaas met maar 6 deelnemers, inclusief ikzelf.
Bij het koffiedrinken op het terras komt er nog een terrasjeskommazweefvlieg op mijn schoot zitten.

Scheefbloemwitje

Zondag 8 september 2024
Aan de binnenkant van het parkeerhok bij het Kennemermeer zit een zwartvlekdwergspanner.

Een heidelibel met sprankelende vleugels.

Parnassia’s, het paradepaardje van de duinen.
Ook al loop ik steeds met mijn zware lens te sjouwen ik ben blij dat ik hem bij me heb als ik 3 paapjes zie.

Ik mag wel opschieten met de vlindertelling, het is weer erg bewolkt.

Telelens weer nodig voor het scheefbloemwitje want die is te verwarren met klein koolwitje.

Zwervende pantserjuffers

Zondag 1 september 2024
De mannetjes van de puntbijvlieg proberen een vrouwtje te verleiden, maar zij is net met het eten bezig, dus even geen tijd.

Zwervende pantserjuffers staan nog als vrij zeldzaam, hier vliegen er tientallen en ze zijn flink aan het paren.

Daarna moeten er eitjes gelegd worden, waarbij het mannetje het vrouwtje nog vasthoudt in haar nek.

Ze kan het ook alleen af.

De zuigbuis van de kleine parelmoervlinder steekt in de bloem van koninginnenkruid.

Twee bulten van kameeltje

Vrijdag 30 augustus 2024
Nogmaals naar het Kennemermeer, je weet maar nooit of het kameeltje weer tevoorschijn komt. Klein koolwitje is niet zo moeilijk te vinden, toch zijn er weinig dit jaar.

Ik vind het zulke schatjes die hommelbijvliegen, hier op watermunt.

Twijfel slaat toe, is dit nou een mier of een wespje? Obs zegt dat het een steekmier is.

De kop van de rups van de witvlakvlinder is nu goed te zien. De borstels zijn wat geler ook.

Wat een prachtkleed heeft deze buizerd.

De groefbij lijkt wel kniewarmers aan te hebben, zo koud is het nog niet.

Vrouwtje sabelsprinkhanendoder heeft rode poten, bij het mannetje zijn ze zwart.

Bessenbandzweefvlieg snoept van de heelblaadjes.

Gewone bandspanner is zo gewoon dat ik deze het hele seizoen al meerdere keren heb gezien.

Nimf van de zuringrandwants.

Ik ga nog eens heel goed kijken of ik de rups van het kameeltje zie en ja hoor. Groter geworden, de 2 bulten zijn goed te zien en wat een kleuren!!

Bloemvlieg

Donderdag 29 augustus 2024
Bij het Kennemermeer ga ik nog eens kijken of ik de rupsen van het kameeltje nog kan vinden. Bij het begin van het pad hebben de jonge nimfen en de nimfen van een vervellingsstadium verder elkaar opgezocht.

Alweer een rups van de witvlakvlinder. Ik kan nu een betere foto maken van deze schoonheid.

Deftige streepjes heeft de bloemvlieg Hydrophoria lancifer op het borststuk.

Geen rups van het kameeltje, maar van de kleine beer.

Rups kameeltje

Zondag 25 augustus 2024
Ik red een sluipvlieg, Cylindromyia brassicaria, uit het water in de tuin. De larven van de vlieg parasiteren op (bessen)schildwantsen.

Vrolijk word ik van een distelvlinder bij het vlinders tellen.

Bijenwolf die zijn antennes schoon maakt met zijn pootjes. Op de leuke bloemetjes van koninginnenkruid.

De poten van de strekpoot strekken zich uit voorbij het blad.

Geweldige ogen heeft de sprinkhaanvlieg.

Een hele verse kleine parelmoervlinder.

De bruin winterjuffer overleven de winter als imago. Best wel harig op kop en borststuk.

O, wow, bij de laatste sectie zie ik iets wits en bij nader onderzoek zit daar een rups van een kameeltje. Een larf van de bladwesp Pristiphora spec komt om het hoekje kijken.

De rups vreet de hele wilg kaal. Bijzondere kop en een raar gevormd lichaam.

Met de fiets ga ik naar secties 1 en 2, daar doen de zandroofvliegen een kunstje, hihi.

Bij mijn fiets staat bijvoet, dus even kijken of er een rups van de absintmonnik op zit. Ja dus.

Rups witvlakvlinder

Maandag 19 augustus 2024
Bij de excursie bij het Kennemermeer laat ik bloeiend zomprus zien. Wonderschoon.

Op valse voszegge zitten 2 nimfen van de gewone pantserwants.

Op weegbree nog één, maar dan in een jonger stadium.

De lijkenvlieg heeft een lichte snuit naar voren.

De moerasgrasmot heeft enorme palpen voor aan de kop.

Man zuidelijk spitskopje op heelblaadjes.

Uitgesproken kleuren van de gehakkelde aurelia. Rechts van de vlinder vliegt een bijvlieg.

Als we bij de uitgang komen zie ik op de els 2 vrouwtjes van de gewone kielwants met nimfen, altijd leuk om die te laten zien.

Na het koffie drinken ga ik met Irene en Marij naar de strandduinen, alweer voor de wolfsmelkpijlstaartrups die we al heel snel vinden. Dat komt ook doordat er best veel rupsenkeuteltjes op het strand onder de zeewolfsmelkplant liggen. De rups is al heel groot.

Daarna ga ik vlinders tellen en ben al blij met de kleine vuurvlinder met die blauwe vlekjes. Dat hebben ze niet allemaal.

Er zijn niet veel hommelsoorten, toch is het zo moeilijk om ze uit elkaar te houden. De mannetjes zijn anders dan de vrouwtjes en dan heb je ook nog koekoekshommels, zoals deze gewone.

Grote kegelbij op heelblaadjes.

Heidewielwebspin op boerenwormkruid. Dus ook spinnen kunnen mooi zijn.

Dat snuitje van de weidevlekoog.

Eerst zit de strekpoot met zijn pootjes bij elkaar, zodat hij heel herkenbaar is. Ik heb hem per ongeluk gestoord en nu staat hij op zijn achterste poten, haha! Aan de palpen kan je zien dat het een strekpoot is.

Hoe bijzonder kan een rups zijn. Nu de rups van een witvlakvlinder een stadium verder dan vorige week.

Een (Vlaamse) gaai en niet eens zo schuw.

Duinriet bij de uitgang.

Argusvlinder

Maandag 12 augustus 2024
Moerasspirea vorige week nog in volle bloei, nu met vruchtjes en wat zijn ze geinig.

Op de boerenwormkruid zit een bij. Ik hoop altijd nog eens op de wormkruidbij, maar ze zijn niet van zijdebijen te onderscheiden.

Nog een jonge rups van de witvlakvlinder, ik hoop er binnenkort nog een te fotograferen die al verder is. Ze zijn zo leuk.

Oei, een goudoogdaas op mijn arm, gauw een foto voordat ze me te pakken heeft.

Vrouwtje citroenvlinder is wat groen.

O, wow, een argusvlinder en zo mooi vers!

Aan het eind van de vlindertelling nog 2 hele verse kleine vossen.

Omdat het zuidelijke deel weer heel nat is ga ik buitenom met de fiets naar secties 1 en 2. Daar staat heel veel zandambrosia.

Rups wolfsmelkpijlstaart

Dinsdag 6 augustus 2024
Met Barbara heb ik afgesproken dat ik haar op zou wachten op de parkeerplaats vóór het Kennemermeer. We gaan op zoek naar de rups van de wolfsmelkpijlstaart en maken er gelijk een dagje uit van. We lopen eerst langs de jachthaven waar bijzondere planten staan zoals zeevenkel.

Omdat we weten waar we zoeken moeten naar de rups hebben we hem al snel gevonden.

Daarbij heeft Barbara een foto van mij in actie genomen.

We lunchen bij Makai, maar daar is het wel erg druk.
Daarna gaan we naar het Kennemermeer omdat Barbara dat een topgebied vindt. Een imago sikkelsprinkhaan heeft enorme lange vleugels, waarbij de achtervleugel langer is dan de voorvleugel.

Nog een diksprietblindwants bij de uitgang.

En een spitskopje met enorme antennes.

Bijzondere peen

Maandag 5 augustus 2024
Een drukke excursie vandaag bij het NME in Haarlem. Het is ook heerlijk weer. We vinden een paar larven van de schildpadtor. De anus zit achter bovenop het lijf, daardoor kan hij de poep op het lijf schuiven als camouflage.

Dat zie je hier, bij deze stinkerd, hihi.

De artisjok komt uit het Middellandse zeegebied.

Normaal zie je bij peen 1 rood bloemetje in het midden, dit is wel heel apart.

Een huisjesslak in een peenhuisje.

Dit heb ik eerder gezien bij het Kennemermeer en vermoedde dat het een schimmel was. Het is een nestje van een strekspin.

De paardenbijters zijn goed te fotograferen.

Ik ben dol op een kaardenbol.

Tamme kastanje met vruchten en mannelijke bloemen.

Deze rozenbottels zijn niet van de egelantier.

Kleine kaardenbol.

Hangende tuin met doorgroeide duizendknoop op de voorgrond.

’s Middags ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer. Voordat ik begin toch even kijken bij het parkeerhok waar een purperen stipspanner op het raam zit.

Ik ben al bij sectie 3 in het zuiden waar ook moeraszoutgras staat. Ik weet het nu op meerdere plekken te staan.

Met die donkere stipjes denk ik gelijk aan de struiksprinkhaan. Het blijkt een nimf van de sikkelsprinkhaan, daar had ik niet zo gauw aan gedacht.

Moerasspirea in volle bloei.

Die ogen van de duindoornboorvlieg, net zo leuk als de vleugels.

Duinvilla

Maandag 29 juli 2024
Lekker vlinderweer met 25 graden en weinig wind. Dus weer tijd om vlinders te tellen bij het Kennemermeer. Opvallend is de kleine moeraswapenvlieg op de peen.

Er staan veel wilgen hier, maar wat is nou de een en wat de ander. Deze katwilg is herkenbaar aan de lange smalle bladeren.

Ik vind stippelzegge en dat is heel zeldzaam, niet in het zuidelijke deel, maar bij sectie 12.

Op peen zie ik een rietkruisspin en als ik die fotografeer komt er uit het nestje het vrouwtje tevoorschijn.

Dit jaar veel vrouwtjes sabelsprinkhaandoders gezien. Dit keer een mannetje die geen rode poten heeft, maar wel veel meer haar.

Op sectie 2 is nog kaal zand waar een spieswesp op landt.

Rare naam voor een insectie, deze heet echt duinvilla.

Lijkt op de hottentottenvilla, maar de duinvilla is een insect van de duinstreek.

Een grote bloedbij gaat van holletje naar holletje om te kijken of er nog eitjes zijn van de zijdebij, die eet ze op en legt dan zelf een eitje in het nest waar al gezorgd is voor voedsel. Vandaar dat het een koekoeksbij is.

De oranje agaatspanner kom ik vaker tegen.

Toch 75 vlinders geteld als ik het gebied verlaat. Bij mijn fiets zijn heel veel mantelmeeuwen. Een ervan heeft een ring die ik uit kan lezen. Deze is geringd op Forteiland en dit is de eerste keer dat deze gemeld wordt buiten Forteiland.

Muurschilderingen IJmuiden

Vrijdag 26 juli 2024
Over de Plantenweg fiets ik naar het Kennemermeer. Eerst kon ik de schilderingen op de muren niet vinden, dan zie ik de eerste aan de overkant, die met de zeehonden.

Voor de vuurtoren moet ik achterom kijken om die te zien.

En het anker is ook aan de overkant. Mooi gedaan door Joost.

Bij het Kennemermeer waag ik nog een poging om het klein glidkruid te vinden, daarbij stuit ik op een weegbree met 2 aardappelprachtblindwantsen.

Dicht bij mijn fiets een klein brandnetelmotje op koninginnenkruid.

Bloeiers

Donderdag 25 juli 2024
Iemand dacht klein glidkruid gevonden te hebben bij het Kennemermeer en ik wil kijken of het klopt. Heel goed gezocht, tevergeefs, hij had zich vergist. Ondertussen let ik wel op alle planten en zie de zomprus bloeien.

Rode ogentroost.

En stijve ogentroost.

Bloeiende dwergzegge.

Kruipend stalkruid heb ik nog niet zo dichtbij bekeken, ook leuk.

Gevleugeld hertshooi heeft een bloem die lijkt op Sintjanskruid. Laatst liet Marja zien dat bij Sintjanskruid één kant van de gele blaadjes gekarteld is.

Dit zal wel een vrouwtje zijn van de Minettia-vlieg.

Om het eens te leren heb ik de platte en de tengere rus naast elkaar gefotografeerd.

Wolfspoot heeft schattige bloemetjes die als een krans om de stengel staan.

Een bont motmugje heeft echt een lekker bontje.

Rugstreeppad

Maandag 22 juli 2024
Voordat ik vlinders ga tellen bij het Kennemermeer kijk ik bij de waddenorchis of die in vrucht staat, want dan zou die bijna zwart moeten zijn, dat is hij niet. Op waarneming is hij ook niet goedgekeurd als waddenorchis, maar als handekenskruid.

Alleen op sectie 2 is nog een zandpad, de rest van het gebied is helemaal vol gegroeid. Op deze sectie staan veel blauwe zeedistels.

Op het zand landen steeds libellen, vliegen, wespen, zandloopkevers en een knopsprietje.

In de scherm van peen vind ik een rupsje van de bruidsmot.

Kleine rugstreeppadjes lopen voor mijn voeten.

Denk ik een heelblaadjespalpmot te hebben gefotografeerd is het een populierenspikkelpalpmot.

Een waterleliemot verwacht ik niet zo gauw hier, toch aanwezig.

Rups daguil

Vrijdag 19 juli 2024
Familie van Nico wilde wel eens de planten bij het Kennemermeer bekijken. Het is er een prachtige dag voor. Ook heel gezellig. Leuk dat er een buurmeisje van mij van vroeger bij was. Op de heivlinderheuvel gaan we even picknicken en daar zie ik een rups op de peen. Het is een rups van de lichte daguil, niet erg algemeen.

Ze treffen het dat een vrouwtje vuurlibel mooi in het zicht zit.

Duinkortkopje

Maandag 15 juli 2024
Met de excursie bij het Kennemermeer genieten we van de parnassia’s. Op een bloem zitten zelfs twee grote parelmotten.

Dat is een mooie combinatie: een sintjansvlinder op moeraszoutgras.

We hoeven niet echt op zoek naar scheerlingzaadgalmuggallen, hier zitten er veel op de peen.

Na de koffie ga ik de vlinders tellen. Timoteegras bloeit.

Kunstwerkje van peen.

Gewone koekoekshommel op duinkruiskruid.

Het vrouwtje van een vuurlibel lijkt wel van goud.

Op sectie 2 zijn er nog stukken met kaal zand en daar landen veel libellen en andere insecten, zoals de bastaardzandloopkever.

Het wantsje het duinkortkopje is vrij zeldzaam en komt dus alleen in de duinen voor.

Bitterzoet

Donderdag 11 juli 2024
Bij het vlinders tellen van het Kennemermeer moet ik me door een smal paadje wringen, daar staat bitterzoet die een heel uniek bloemetje heeft.

Het is weer tijd voor de zwartsprietdikkopjes.

Er is een dolfijn gespot in het Noordzeekanaal. ’s Avonds ga ik kijken of ik hem kan zien. Geen dolfijn, wel kleurige wolken.

Kameleonbladroller

Donderdag 4 juli 2024
Op de wilgen van het Kennemermeer zitten vaak insecten, zoals deze oogvleksteilkopjes, wel goed kijken, want ze zijn ontzettend klein.

Nachtvlindertje lijkt een beetje op een vogelpoepje, het is het pinguintje.

De speerdistels staan in bloei.

Omdat ik dacht dat ik deze nachtvlinder niet eerder gezien had heb ik er een paar foto’s van gemaakt. Achteraf heb ik hem wel gezien, alleen met een andere tekeningen en ja, daar is het dan ook een kameleonbladroller voor, hihi.

Op de peen zit een duinkortkopje, een wants, en die is vrij zeldzaam.

Apart ook de nimf van een geoogde bodemwants.

Ook de kleine bretelrouwzwever is zeldzaam.

Mooie kleuren van de gehakkelde aurelia.

Gelukkig blijft de blauwe glazenmaker even hangen voor de foto.

Op de berk zit bladluis, ik denk Calaphis betulicola, een levendbarend soort.

De naam van de moertjes vergeet ik niet gauw.

Grasbeertje

Maandag 24 juni 2024
Ik ga zo vlinders tellen bij het Kennemermeer en bij het parkeerhok wil ik altijd even kijken of er nog vlinders op of in zitten. Ik tref het, een populierenpijlstaart, een grasmot en een grasbeertje. Als ik daar sta te fotograferen komen er nog meer mensen kijken en fotograferen.

In het veld zit een smalle weegbreemot op een grasje naast een aartje van een weegbree.

Wow, die kleur ogen van deze jonge kauw.

Het bloemetje van teer guichelheil wordt elke dag iets langer.

Buiten het gebied ligt een pop van een wilgenhoutrups op het fietspad, de vlinder is al gevlogen.

De planten van de peen langs dit pad heeft roze middenbloemetjes, die zie je nog net onder het lijf van de gewone langsprietwapenvlieg.

Ook een goudwespje bezoekt de peen (Chrysis bicolor/illigeri).

Op het kale zand rusten vaak harkwespen.

Nog een foto van de populierenpijlstaart op het parkeerhok. Toen ik aankwam waaide het te hard voor goed foto’s want de vleugels wapperde teveel.

’s Avonds ligt er een enorme kraan in het kanaal. We beleven nogal eens wat zo met ons uitzicht.

Waddenorchidee

Maandag 17 juni 2024
Derde maandag van de maand, dus op onderzoek met de KNNV bij het Kennemermeer. Gewone goudlokjes hebben we al vaak gezien, het vrouwtje en mannetje van het geelpootgoudlokje zien er anders uit.

Als ik deze kokermot zie denk ik gelijk aan de pistoolkokermot, alleen heet deze de witte wilgenkokermot, natuurlijk op wilg.

Iemand ziet een distelboktor. Bij het vergroten van de foto zie ik dat er op de antennes ook allemaal haartjes zitten.

Twee parende bruine zandoogjes landen op mijn broek.

Op weg naar de koffietent komen we langs een duin met klaprozen.

Na de koffie laat ik Hanneke het hondskruid zien, hier een zeldzaamheid, in Wijk aan Zee stonden er jaren geleden een stuk of duizend.

Dan gaan we door naar de waddenorchidee waar we op werden geattendeerd toen we bij de klaprozen stonden. Heel bijzonder dat er hier één staat.

Hanneke is gek op grassoorten en weet dat dit een draviksoort is: de zachte dravik.

Ik ga alleen het gebied in om vlinders te tellen. Bij de berk hangt een vers sigaartje van de berkensigarenmaker, een heel klein kevertje. Die knipt het blad middendoor tot de nerf, rolt het op en legt daar haar eitjes in.

In het nattere gedeelte staat oranje havikskruid, met kleuren die knallen.

Door het water gelopen met mijn laarzen aan naar het stukje buiten het gebied, waar vlinders geteld worden vanwege dat hier de heivlinder zou vliegen, alleen al jaren niet meer gezien. Daar zitten veel insecten op peen, o.a. een graafwesp: Ectemnius continuus.

Weer terug in het gebied fotografeer ik parende tengere grasjuffers, ze zijn algemeen, maar ik zie ze zelden.

Een klein spinnetje met een aparte tekening: de driestreepspin.

Bij de uitgang kom ik nog een elzensnuitkever tegen met een schattig snuitje.