Twee bulten van kameeltje

Vrijdag 30 augustus 2024
Nogmaals naar het Kennemermeer, je weet maar nooit of het kameeltje weer tevoorschijn komt. Klein koolwitje is niet zo moeilijk te vinden, toch zijn er weinig dit jaar.

Ik vind het zulke schatjes die hommelbijvliegen, hier op watermunt.

Twijfel slaat toe, is dit nou een mier of een wespje? Obs zegt dat het een steekmier is.

De kop van de rups van de witvlakvlinder is nu goed te zien. De borstels zijn wat geler ook.

Wat een prachtkleed heeft deze buizerd.

De groefbij lijkt wel kniewarmers aan te hebben, zo koud is het nog niet.

Vrouwtje sabelsprinkhanendoder heeft rode poten, bij het mannetje zijn ze zwart.

Bessenbandzweefvlieg snoept van de heelblaadjes.

Gewone bandspanner is zo gewoon dat ik deze het hele seizoen al meerdere keren heb gezien.

Nimf van de zuringrandwants.

Ik ga nog eens heel goed kijken of ik de rups van het kameeltje zie en ja hoor. Groter geworden, de 2 bulten zijn goed te zien en wat een kleuren!!

Nog meer rupsen

Maandag 26 augustus 2024
Een zandslak is vrij zeldzaam, maar niet in deze omgeving. Bij het stationnetje zit er één, maar anders zie ik er wel eens honderd bij elkaar.

Weer speuren op de bijvoet, het lijkt een takje, maar het is een rups van de gewone spikkelspanner.

Niet zoveel rupsen van de absintmonnik als vorige week.

Ze zijn er nog wel, met een mooi patroon.

Zo leuk dat ik hier een nimf van de zuidelijke groene schildwants zie.

Een luzernesierblindwants op bijvoet.

Rups kameeltje

Zondag 25 augustus 2024
Ik red een sluipvlieg, Cylindromyia brassicaria, uit het water in de tuin. De larven van de vlieg parasiteren op (bessen)schildwantsen.

Vrolijk word ik van een distelvlinder bij het vlinders tellen.

Bijenwolf die zijn antennes schoon maakt met zijn pootjes. Op de leuke bloemetjes van koninginnenkruid.

De poten van de strekpoot strekken zich uit voorbij het blad.

Geweldige ogen heeft de sprinkhaanvlieg.

Een hele verse kleine parelmoervlinder.

De bruin winterjuffer overleven de winter als imago. Best wel harig op kop en borststuk.

O, wow, bij de laatste sectie zie ik iets wits en bij nader onderzoek zit daar een rups van een kameeltje. Een larf van de bladwesp Pristiphora spec komt om het hoekje kijken.

De rups vreet de hele wilg kaal. Bijzondere kop en een raar gevormd lichaam.

Met de fiets ga ik naar secties 1 en 2, daar doen de zandroofvliegen een kunstje, hihi.

Bij mijn fiets staat bijvoet, dus even kijken of er een rups van de absintmonnik op zit. Ja dus.

Rups witvlakvlinder

Maandag 19 augustus 2024
Bij de excursie bij het Kennemermeer laat ik bloeiend zomprus zien. Wonderschoon.

Op valse voszegge zitten 2 nimfen van de gewone pantserwants.

Op weegbree nog één, maar dan in een jonger stadium.

De lijkenvlieg heeft een lichte snuit naar voren.

De moerasgrasmot heeft enorme palpen voor aan de kop.

Man zuidelijk spitskopje op heelblaadjes.

Uitgesproken kleuren van de gehakkelde aurelia. Rechts van de vlinder vliegt een bijvlieg.

Als we bij de uitgang komen zie ik op de els 2 vrouwtjes van de gewone kielwants met nimfen, altijd leuk om die te laten zien.

Na het koffie drinken ga ik met Irene en Marij naar de strandduinen, alweer voor de wolfsmelkpijlstaartrups die we al heel snel vinden. Dat komt ook doordat er best veel rupsenkeuteltjes op het strand onder de zeewolfsmelkplant liggen. De rups is al heel groot.

Daarna ga ik vlinders tellen en ben al blij met de kleine vuurvlinder met die blauwe vlekjes. Dat hebben ze niet allemaal.

Er zijn niet veel hommelsoorten, toch is het zo moeilijk om ze uit elkaar te houden. De mannetjes zijn anders dan de vrouwtjes en dan heb je ook nog koekoekshommels, zoals deze gewone.

Grote kegelbij op heelblaadjes.

Heidewielwebspin op boerenwormkruid. Dus ook spinnen kunnen mooi zijn.

Dat snuitje van de weidevlekoog.

Eerst zit de strekpoot met zijn pootjes bij elkaar, zodat hij heel herkenbaar is. Ik heb hem per ongeluk gestoord en nu staat hij op zijn achterste poten, haha! Aan de palpen kan je zien dat het een strekpoot is.

Hoe bijzonder kan een rups zijn. Nu de rups van een witvlakvlinder een stadium verder dan vorige week.

Een (Vlaamse) gaai en niet eens zo schuw.

Duinriet bij de uitgang.

Rupsen absintmonnik

Vrijdag 16 augustus 2024
Het is weer tijd voor de rupsen van de absintmonnik. Al snel zie ik ze op de bijvoet op de vlinderroute van de oude spoorlijn.

De tekening van een schaakbordlieveheersbeestje is soms net wat anders dan anders.

Wat een leuk klein boorvliegje. De kleine stervlekboorvlieg.

Denk ik een nimf van de bessenschildwants te zien, is het een nimf van de zuidelijke schildwants. Imago’s daarvan heb ik 10 mei gezien in de duinen.

Ik ben heel wat rupsen aan het tellen van de absintmonnik en zie dan dat er een kleintje op mijn boekje zit.

Hier 2×2 onder elkaar en vaag links nog een.

Sommige zijn wat donkerder.

Allemaal met een roze getekende kop. Ik heb er maar liefst 89 geteld. Nu hoop ik volgend jaar natuurlijk de vlinder te zien.

In het gras op sectie 20 nog een rups van een klein koolwitje.

Wingerd

Dinsdag 13 augustus 2024
De wingerd bij de Vossendel is me niet eerder opgevallen. Nico S. ziet met de app dat het een wingerd is.

Ik doe alleen de laatste secties. Dit jaar meer grote koolwitjes dan kleine.

Af en toe een atalanta.

Een vrouwtje strekspin met een rare vorm, niet zo uitgerekt als een strekspin. Samen met een mannetje.

En op dezelfde sectie (van 50 meter) ook nog een mannetje kroosvlindertje.

Argusvlinder

Maandag 12 augustus 2024
Moerasspirea vorige week nog in volle bloei, nu met vruchtjes en wat zijn ze geinig.

Op de boerenwormkruid zit een bij. Ik hoop altijd nog eens op de wormkruidbij, maar ze zijn niet van zijdebijen te onderscheiden.

Nog een jonge rups van de witvlakvlinder, ik hoop er binnenkort nog een te fotograferen die al verder is. Ze zijn zo leuk.

Oei, een goudoogdaas op mijn arm, gauw een foto voordat ze me te pakken heeft.

Vrouwtje citroenvlinder is wat groen.

O, wow, een argusvlinder en zo mooi vers!

Aan het eind van de vlindertelling nog 2 hele verse kleine vossen.

Omdat het zuidelijke deel weer heel nat is ga ik buitenom met de fiets naar secties 1 en 2. Daar staat heel veel zandambrosia.

Strandmelde

Zondag 11 augustus 2024
Ook Sieneke wil die rups van de wolfsmelkpijlstaart zien. Eerst doen we een bakkie koffie hier thuis en dan op de fiets naar het strand. Dit keer vinden we op dezelfde plek een groene rups, dat vindt Sieneke ook fantastisch en na nog eens goed zoeken verderop vinden we nog een rode.

De strandmelde bloeit, zo apart.

Een nestje met net uitgekomen eitjes van de bruingemarmerde schildwants (volgens een kenner van waarneming).

Op het strand ligt al vaker tweetandzeedraad, hier op een sok gefotografeerd.

Het is niet druk op het strand. Goede verhouding mensen en vogels. Sterns en meeuwen op het strand en in de lucht.

Geweldige kleur heeft deze tapijtschelp aan de binnenkant.

Na wat gegeten te hebben bij Makai ga ik de pier op.
Bij het eerste vuurtorentje van de pier komen net heel veel spreeuwen aan vliegen. Op de foto tel ik er wel een stuk of 230, jonge en oudere.

Een kanoet tussen de meeuwen.

Een steenloper die de schuimvlokken van de golven om zijn oren krijgt.

Een jonge kwikstaart bij de jachthaven.

Kransmuur

Zaterdag 10 augustus 2024
Ieder jaar zitten er meerdere rupsen op kompassla op het stationnetje.

Aangebrande valkmot.

Kransmuur in mijn tuin. Het is geen inheemse soort.

Rups wolfsmelkpijlstaart

Dinsdag 6 augustus 2024
Met Barbara heb ik afgesproken dat ik haar op zou wachten op de parkeerplaats vóór het Kennemermeer. We gaan op zoek naar de rups van de wolfsmelkpijlstaart en maken er gelijk een dagje uit van. We lopen eerst langs de jachthaven waar bijzondere planten staan zoals zeevenkel.

Omdat we weten waar we zoeken moeten naar de rups hebben we hem al snel gevonden.

Daarbij heeft Barbara een foto van mij in actie genomen.

We lunchen bij Makai, maar daar is het wel erg druk.
Daarna gaan we naar het Kennemermeer omdat Barbara dat een topgebied vindt. Een imago sikkelsprinkhaan heeft enorme lange vleugels, waarbij de achtervleugel langer is dan de voorvleugel.

Nog een diksprietblindwants bij de uitgang.

En een spitskopje met enorme antennes.

Bijzondere peen

Maandag 5 augustus 2024
Een drukke excursie vandaag bij het NME in Haarlem. Het is ook heerlijk weer. We vinden een paar larven van de schildpadtor. De anus zit achter bovenop het lijf, daardoor kan hij de poep op het lijf schuiven als camouflage.

Dat zie je hier, bij deze stinkerd, hihi.

De artisjok komt uit het Middellandse zeegebied.

Normaal zie je bij peen 1 rood bloemetje in het midden, dit is wel heel apart.

Een huisjesslak in een peenhuisje.

Dit heb ik eerder gezien bij het Kennemermeer en vermoedde dat het een schimmel was. Het is een nestje van een strekspin.

De paardenbijters zijn goed te fotograferen.

Ik ben dol op een kaardenbol.

Tamme kastanje met vruchten en mannelijke bloemen.

Deze rozenbottels zijn niet van de egelantier.

Kleine kaardenbol.

Hangende tuin met doorgroeide duizendknoop op de voorgrond.

’s Middags ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer. Voordat ik begin toch even kijken bij het parkeerhok waar een purperen stipspanner op het raam zit.

Ik ben al bij sectie 3 in het zuiden waar ook moeraszoutgras staat. Ik weet het nu op meerdere plekken te staan.

Met die donkere stipjes denk ik gelijk aan de struiksprinkhaan. Het blijkt een nimf van de sikkelsprinkhaan, daar had ik niet zo gauw aan gedacht.

Moerasspirea in volle bloei.

Die ogen van de duindoornboorvlieg, net zo leuk als de vleugels.

Strabrechtse heide

Zaterdag 3 augustus 2024
Met de trein op weg naar de Strabrechtse heide. In Heeze loop ik verkeerd, daar kom ik toevallig langs een parkje met Gelderse roos waarvan het blad bijna helemaal opgevreten is. Dat doen de larven van het sneeuwbalhaantje en er komen nog veel meer larven aan.

Door op mijn telefoon te kijken welke kant ik op moet loop ik nu wel goed en kom langs kasteel Heeze, met een gracht er omheen.

Grappig: niet ‘dank je de koekoek’, maar ‘bankje de koekoek’.

Hier en daar tafels met gedichten.

Oranje zandoogjes vliegen daar wel (bij ons niet).

Lieve bloemetjes van struikheide.

Schitterend toefje dopheide.

Wel veel meer water dan 6 jaar geleden toen alles droog stond. Ik kom enkele groene kikkers tegen.

Europese hanenpoot.

Hier vliegen net zo goed vuurlibellen.

De grote zilverreiger wil het overzicht houden vanaf een boom.

Nog volop heidevlinders hier.

Het is al half 3, even 5 minuten pauze voor een broodje.

Heb ik het toch goed gezien bij het oranje zandoogje, dat er ook een oogje zit op de achtervleugel.

Het regenwater heeft wel meer kleur gebracht in het landschap.

Bij het Waschven staat rode schijnspurrie, dat vind ik leuk.

Struikheide staat vol in bloei, zelfs op het kale stuk.

En grote velden met struikheide.

Hier en daar een afslag, maar niet veel.

Grote zilverreigers.

Maar ik heb ook een lepelaar en kleine zilverreiger gezien achter de plas.

Ik wil naar het station van Geldrop, dat is een eind lopen door het stadje en nogal ingewikkeld. Mensen raden me aan om de rechte weg naar Heeze te nemen. Onderweg nog roodgerande houtzwammen gezien.

En weer terug in de buurt van Heeze bij de Kleine Dommel vlogen best veel weidebeekjuffers, de groene zijn de vrouwtjes.

De blauwe de mannetjes.

Ik kon geen kortere route lopen omdat er geen afslagen waren en heb maar liefst 25 km gelopen, waarvan het laatste stukje zelfs wat hard gelopen om de trein te halen, want die ging maar 1x per uur (wel gelukt). Wat was dat genieten vandaag.

Duinvilla

Maandag 29 juli 2024
Lekker vlinderweer met 25 graden en weinig wind. Dus weer tijd om vlinders te tellen bij het Kennemermeer. Opvallend is de kleine moeraswapenvlieg op de peen.

Er staan veel wilgen hier, maar wat is nou de een en wat de ander. Deze katwilg is herkenbaar aan de lange smalle bladeren.

Ik vind stippelzegge en dat is heel zeldzaam, niet in het zuidelijke deel, maar bij sectie 12.

Op peen zie ik een rietkruisspin en als ik die fotografeer komt er uit het nestje het vrouwtje tevoorschijn.

Dit jaar veel vrouwtjes sabelsprinkhaandoders gezien. Dit keer een mannetje die geen rode poten heeft, maar wel veel meer haar.

Op sectie 2 is nog kaal zand waar een spieswesp op landt.

Rare naam voor een insectie, deze heet echt duinvilla.

Lijkt op de hottentottenvilla, maar de duinvilla is een insect van de duinstreek.

Een grote bloedbij gaat van holletje naar holletje om te kijken of er nog eitjes zijn van de zijdebij, die eet ze op en legt dan zelf een eitje in het nest waar al gezorgd is voor voedsel. Vandaar dat het een koekoeksbij is.

De oranje agaatspanner kom ik vaker tegen.

Toch 75 vlinders geteld als ik het gebied verlaat. Bij mijn fiets zijn heel veel mantelmeeuwen. Een ervan heeft een ring die ik uit kan lezen. Deze is geringd op Forteiland en dit is de eerste keer dat deze gemeld wordt buiten Forteiland.

Muurschilderingen IJmuiden

Vrijdag 26 juli 2024
Over de Plantenweg fiets ik naar het Kennemermeer. Eerst kon ik de schilderingen op de muren niet vinden, dan zie ik de eerste aan de overkant, die met de zeehonden.

Voor de vuurtoren moet ik achterom kijken om die te zien.

En het anker is ook aan de overkant. Mooi gedaan door Joost.

Bij het Kennemermeer waag ik nog een poging om het klein glidkruid te vinden, daarbij stuit ik op een weegbree met 2 aardappelprachtblindwantsen.

Dicht bij mijn fiets een klein brandnetelmotje op koninginnenkruid.

Bloeiers

Donderdag 25 juli 2024
Iemand dacht klein glidkruid gevonden te hebben bij het Kennemermeer en ik wil kijken of het klopt. Heel goed gezocht, tevergeefs, hij had zich vergist. Ondertussen let ik wel op alle planten en zie de zomprus bloeien.

Rode ogentroost.

En stijve ogentroost.

Bloeiende dwergzegge.

Kruipend stalkruid heb ik nog niet zo dichtbij bekeken, ook leuk.

Gevleugeld hertshooi heeft een bloem die lijkt op Sintjanskruid. Laatst liet Marja zien dat bij Sintjanskruid één kant van de gele blaadjes gekarteld is.

Dit zal wel een vrouwtje zijn van de Minettia-vlieg.

Om het eens te leren heb ik de platte en de tengere rus naast elkaar gefotografeerd.

Wolfspoot heeft schattige bloemetjes die als een krans om de stengel staan.

Een bont motmugje heeft echt een lekker bontje.

Kompasslauil

Dinsdag 23 juli 2024
Bij het stationnetje tel ik de rupsen van de kompasslauil, het zijn er 18!

Als ik me goed in de gele composieten verdiept kom ik er wel uit, zo uit mijn hoofd weet ik ze bijna nooit op naam te brengen. Dit is echt bitterkruid.

Kunstwerkje van de naalden van de grove den, met wat hars.

Het slangenkruid trekt altijd veel hommels.

Op de terugweg kijk ik nog eens goed of er ook eitjes van de kompasslauil te vinden zijn en inderdaad, hier zijn er 11 op 1 knop.

Rugstreeppad

Maandag 22 juli 2024
Voordat ik vlinders ga tellen bij het Kennemermeer kijk ik bij de waddenorchis of die in vrucht staat, want dan zou die bijna zwart moeten zijn, dat is hij niet. Op waarneming is hij ook niet goedgekeurd als waddenorchis, maar als handekenskruid.

Alleen op sectie 2 is nog een zandpad, de rest van het gebied is helemaal vol gegroeid. Op deze sectie staan veel blauwe zeedistels.

Op het zand landen steeds libellen, vliegen, wespen, zandloopkevers en een knopsprietje.

In de scherm van peen vind ik een rupsje van de bruidsmot.

Kleine rugstreeppadjes lopen voor mijn voeten.

Denk ik een heelblaadjespalpmot te hebben gefotografeerd is het een populierenspikkelpalpmot.

Een waterleliemot verwacht ik niet zo gauw hier, toch aanwezig.

Kleine parelmoervlinders

Zaterdag 20 juli 2024
Er zijn veel mensen geïnteresseerd in de insectenexcursie vandaag bij ‘t Wed, daarom zie ik niet alles wat de anderen zien, maar de parende kleine parelmoervlinders heb ik toch maar mooi gespot in een boompje. Later zien we er nog meer.

Marja zegt vaak bij excursies dat de gallen vernoemd worden naar het insect dat de gal veroorzaakt en dan pest ik haar vaak een beetje door te zeggen dat ananasgallen veroorzaakt worden door ananas.

Een heel klein beestje, het is ook nog maar een nimf van de miersikkelwants. Je kan het sikkeltje zien naar achter gebogen.

Het is behoorlijk warm weer en ik fiets door de duinen terug. Bij de Waterleidingweg staan echte wegdistels, met een lekkere kuif.

Duinkortkopje

Maandag 15 juli 2024
Met de excursie bij het Kennemermeer genieten we van de parnassia’s. Op een bloem zitten zelfs twee grote parelmotten.

Dat is een mooie combinatie: een sintjansvlinder op moeraszoutgras.

We hoeven niet echt op zoek naar scheerlingzaadgalmuggallen, hier zitten er veel op de peen.

Na de koffie ga ik de vlinders tellen. Timoteegras bloeit.

Kunstwerkje van peen.

Gewone koekoekshommel op duinkruiskruid.

Het vrouwtje van een vuurlibel lijkt wel van goud.

Op sectie 2 zijn er nog stukken met kaal zand en daar landen veel libellen en andere insecten, zoals de bastaardzandloopkever.

Het wantsje het duinkortkopje is vrij zeldzaam en komt dus alleen in de duinen voor.