Teervlekkenzwam

Maandag 4 november 2024
Met een hele grote groep KNNV-ers ga ik mee op excursie in Elswout. Ik weet dat daar Napolitaanse cyclamen staan en zie ze al terwijl de groep al doorgelopen is.

De groep loopt naar de plek waar er veel meer staan.

Zo bijzonder dat de tengere rus zelf die vochtige balletjes maakt.

Weer kijken we naar paddenstoelen, zoals het rechte koraalzwammetje.

Formidabel die plooivlieswaaiertjes.

Viltig judasoor.

Nog kleine reuzenzwammen.

Gutatiedruppeltjes onder de valse teervlekkenzwam lijken wel gouden pareltjes. Die zitten aan de ‘voorkant’ van de boom. Dan laat Marij foto’s op haar telefoon zien van de teervlekkenzwam aan de achterkant, dat is echt prachtig.

Dus ik naar de achterkant, daar tussen de oude wortels zitten er veel meer.

En wat is dat een wonder van de natuur.

We moeten weer door, want er wacht nog meer moois op ons, zoals de echte tonderzwam, ook met pareltjes.

We komen ogen te kort, want ook boven ons valt er wat moois te zien.

Porseleinzwammen, net zo goed prachtig.

Het lijkt wel voorjaar met al dat groen.

Paddenstoeltje dat hazenpootje heet en dat is te zien aan het donzige beginnetje links er van.

Niet zo’n mooie zwam, wel leuk om die tegen te komen, de zwarte kluifzwam.

Triootje parelstuifzwam.

Dit is dus de giftige stinkparasolzwam.

Zo heb ik de oranje aderzwam niet eerder gezien.

Oranjerode stropharia.

Een hele grote verzameling van de bruine trilzwam.

En dan heb ik nog niet eens alles gehad, dus een hele leuke leerzame excursie.
Het was me zo goed bevallen die worteltaart bij Kraantje Lek op zaterdag dat ik daar nog eens van profiteer. Achter Kraantje Lek ga ik de duinen in en kom weer langs het tunneltje met de schilderingen van Joost Zwanenburg en hij is ondertussen weer verder gegaan.


Slanke kleine zwaardschede

Maandag 21 oktober 2024
Direct bij het begin van de excursie kan ik het verschil tussen een gewone en een grote aalscholver aantonen door de hoek bij het begin van de snavel. Links de gewone, rechts de grote.

Dit keer gaan we langs de westkant van de plas. We hopen zandtulpjes te zien, maar we zien een plooirokje.

Een katwilg heeft hele lange smalle bladeren.

’s Middags heb ik ook nog strandwacht, waarbij ik wel een bijzonder kleurpatroon zie op een Amerikaanse zwaardschede.

Eindelijk een foto van een drieteentje met schelpjes om zich heen.

Er is heel wat aangespoeld en dit keer niet eens zoveel Amerikaanse zwaardschedes. Ongeveer in het midden een venusschelp, wat zeeboontjes en veel ovale strandschelpjes.

Een duidelijke Noorse hartschelp.

Bij de gigantisch grote zeepaddenstoel heeft Selma even haar hand naast gelegd ter vergelijking.

Hoera, de eerste keer dat ik een andere zwaardschede vind dan de Amerikaanse. Het is de slanke kleine zwaardschede en ik vind er zelfs twee. Misschien omdat ze nu wat meer opvallen omdat er weinig Amerikaanse liggen.

Rups slakrups

Zaterdag 12 oktober 2024
Met de KNNV ga ik mee op zoek naar gallen bij het Visserspad. Dik weet al vrij snel een eikje te staan waar hij gallen op weet te zitten. Maar wat een ontdekking: hij ziet een rups van een slakrups, wat geweldig. Altijd al eens willen zien en er zitten er zelfs twee!

Gallen van de beukenhaargalmuggen op het blad van de beuk.

In een eerder stadium zien ze er zo uit. Het is niet de onderkant van het blad, want dat ziet er uit als kleine verdikkingen op het blad.

Een witte kluifzwam waar nog niet aan gekloven is.

Op een armtierig struikje van de zomereik zitten twee rupsen van het kroonvogeltje.

Andere kleuren dan bij de rupsen bij het Kennemermeer, dit is na meerdere vervellingen. Ze zijn ook groter.

Satijnknoopgallen van de knoopjesgalwesp. Hiervan zijn 2 generaties. In het voorjaar hebben de gallen mannetjes en vrouwtjes en bij deze satijnen gallen zijn het alleen vrouwtjes.

We komen bij een stukje met veel mossen. Onder andere zomersneeuw, ook een Cladonia-soort.

Nog niet zeker of dit het gevorkte heidestaartje is, maar deze herken ik wel gelijk als een Cladonia-soort.

Net als het vals rendiermos.

Nu ik toch op het Visserspad ben fiets ik langs Zandvoort terug door de duinen. De andere kant van het tunneltje is nu ook beschilderd door Joost Zwanenburg. Prachtig gedaan.

Als ik het Vogelmeer voorbij ben zie ik een kudde koniks links van het pad. Twee koniks hebben even rust nodig.

Jongeman slobeend

Vrijdag 11 oktober 2024
Omdat Ada dinsdag vroeg waarom een paardenkastanje paardenkastanje heet heb ik gezegd dat als je een blad afbreekt dat je dan een soort hoef ziet. Daarom heb ik vandaag even het bewijs opgehaald in Duin en Kruidberg.

Slobeenden vind ik fascinerend door die enorme snavel. Bij deze jongeman enorm zwart.

Ik vind het niet altijd even leuk al dat water, maar voor de weerspiegeling is het wel mooi. Hier bij de Ezelweg.

Frambozen

Woensdag 9 oktober 2024
In een bak water in de tuin vind ik een verdronken bladrandwants met belletjes op zijn blote lijfje.

Voor paddenstoelen ga ik naar het Burgemeester-Rijkenspark. Er hangen heerlijk uitziende frambozen.

Er naast nog een tak met bloemetjes van de framboos, met een vliegende speld die in de bloem is gedoken.

Er zit een gal op de knop van een hazelaar. Het kan van een springende hazelaarmug zijn, maar ook van een hazelaarkatjesmijt, voor determinatie had ik het beestje er uit moeten halen, dat doe ik niet.

Aan een blad hangt een doorzichtige bel van ongeveer 1 cm. Het is een eipakket van een kokerjuffer, de bladplakker.

Er stroomt nog een echte beek door het park, met aan de walkant tongvarens.

Toevallig kom ik nog langs het kabouterdorp, ik dacht dat het aan de andere kant van het park was.

Zwavelkopjes of zijn het zwavelstokjes met in het midden vlammetjes?

Zwavelkopjes die het hoger op zoeken.

Dromedarisluizen

Vrijdag 4 oktober 2024
De waddenorchidee op de parkeerplaats heb ik ingevoerd in waarneming. Eerst wordt er handekenskruid en later rietorchis van gemaakt. Volgend jaar toch eens kijken of waddenorchis niet klopt.

De Metellina-spin heeft een prooi goed ingepakt, misschien was het een rietcicade.

Een stam zit helemaal onder de dromedarisluizen, bijna de enige soort luis die goed te herkennen is.

Sikkelsprinkhaan

Maandag 23 september 2024
De brede wielwebspin zit op een grasje waarvan ik de naam wel zou willen weten.

Galletjes van de schietwilgwratmijt op schietwilg.

Het is dat ik niet weet of ik volgende week nog vlinders kan tellen vanwege het weer dat ik vandaag toch ga tellen. Het is 19 graden, dus de temperatuur valt nog mee en de wind ook.

De sikkelsprinkhaan zie ik al vaker hier bij het Kennemermeer. In 2004 kwamen de eerste 3 exemplaren in Noord-Holland.

Nog een zuidelijke soort: de grauwe schildwants. De eerste melding is van 2005.

De rups van de kleine beer kijkt of de andere kant van het dorre blad sappiger is.

Bloeiende zeealsem

Zondag 22 september 2024
Tijdens het schelpen tellen zie ik een zilvermeeuw met een schol worstelen.

Twee volwassen kleine mantelmeeuwen met een jonge ertussen.

Op een poot van een noordzeekrab zit een of ander mosdiertje en een Nieuw-Zeelandse pok.

Na het koffie drinken ga ik nog eens op zoek naar zeealsem. Zo’n mooi gebied met zeeraket, zeewolfsmelk, duinaveruit, teunisbloemen, vlieszaad en helm.

Zeealsem gevonden en de bloemetjes vergeleken met duinaveruit dat er naast staat. De bloemetjes van zeealsem zijn veel spitser.

Een strontvlieg heeft een vleesvlieg te pakken.

Stekend loogkruid

Vrijdag 20 september 2024
Voor de planten ga ik naar de duinen op het strand. De gewone viltbij zit op biggenkruid. De bij vind ik prachtig met die rode ogen en rode poten, maar nu zie ik ook dat de meeldraden van de bloemen met meerdere steeltjes er uit komen, heel apart.

Stekend loogkruid heeft leuke platte bloemetjes.

De gele blaadjes van zeemelkdistels hebben allemaal haartjes aan de onderkant. Op de knop zitten klierharen. De zeemelkdistel is een ondersoort van de akkerdistel.

Een bessenschildwants zit op de uitgebloeide zeemelkdistel en op een andere pluizige distels zitten er nog drie.

Ik neem aan dat dit smal vlieszaad is, maar er zijn ook mengvormen van breed en smal, aan het zaad is dat te zien.

Het zijn echt pioniersduinen en het vlekje in de lucht rechts van de rode vuurtoren is een libel 😉

Rups kroonvogeltje

Maandag 16 september 2024
Met een fraaie wolkenlucht belooft de excursie bij het Kennemermeer bijzonder te worden. We vinden al snel rupsen van de wapendrager. Bij mijn favoriete berkenboom zie ik een rups van een kroonvogeltje, wow, prachtige vondst. De kop is naar de rug gekeerd.

De anderen zijn daar zo lang aan het bewonderen en fotograferen dat ik nog van alles zie, zoals een groene stinkwants.

Een slakkendodervliegje met een geweldige naam: rooddijtantesidonia.

Gal in de watermunt, door de watermuntbloesemmijt.

Als ik ga kijken of ze klaar zijn met het kroonvogeltje ontdek ik onder een blad ook nog een rups van een Meriansborstel. We gaan nog net niet uit ons dak.

De rupsen van wapendrager zijn altijd heel harig, deze heeft zijn wilde haren verloren waardoor het patroon zichtbaar is.

Overblijfsel van een nog bloeiende kattenstaart.

Topexcursie, helaas met maar 6 deelnemers, inclusief ikzelf.
Bij het koffiedrinken op het terras komt er nog een terrasjeskommazweefvlieg op mijn schoot zitten.

Geoorde fuut

Vrijdag 13 september 2024
Vanaf Duin en Kruidberg kom je in de Kennemerduinen. Een stukje daarvan heet weer Klein Doornen, dat was een kaal gebied, maar de laatste tijd staat ook hier alles onder water. Ik zet mijn fiets even neer en zie een klein torretje over de grond krabbelen. Voor de foto even op mijn hand voor determinatie. Het is het hottentothaantje.

Dankzij de 2 noodbruggen is het Vogelmeer bereikbaar.

Omdat ik toch afgestapt ben, kan ik gelijk foto’s maken van de hopvruchten.

Tja, op de heuvels lijkt het wel droog, haha.

Acht grote zilverreigers in Groot Olmen.

Aangekomen bij het Vogelmeer zijn er mensen die een vos hebben gespot. Hij gaat vlak voor me langs, alleen kruipt hij tussen de bosjes, helaas geen goede foto kunnen maken.
Iemand ziet een kleine jager op het water, gelukkig zie ik hem dan ook.

Een dodaars en een geoorde fuut die wat groter is.

Maar die kleine dodaars valt hem wel aan.

Je zal toch zo’n grote snavel aan je hoofd hebben hangen.

Geoorde fuut en wilde eend die nog niet helemaal uitgeruid is.

Volwassen man slobeend met enorme zwarte snavel.

Dansende meeuwen op het water.

De paapjes zijn zeker op trektocht dat ik er weer een zie.

Twee tapuiten, de rechtse is of een vrouwtje of een jong exemplaar.

Scheefbloemwitje

Zondag 8 september 2024
Aan de binnenkant van het parkeerhok bij het Kennemermeer zit een zwartvlekdwergspanner.

Een heidelibel met sprankelende vleugels.

Parnassia’s, het paradepaardje van de duinen.
Ook al loop ik steeds met mijn zware lens te sjouwen ik ben blij dat ik hem bij me heb als ik 3 paapjes zie.

Ik mag wel opschieten met de vlindertelling, het is weer erg bewolkt.

Telelens weer nodig voor het scheefbloemwitje want die is te verwarren met klein koolwitje.

Vlinders

Vrijdag 6 september 2024
In de kruidentuin van Beeckestijn zitten dus de vlinders die ik op mijn routes mis. Een distelvlinder op stijf ijzerhard.

En ook hommels, waaronder de aardhommel op wilde bergamot.

Ik denk een akkerhommel op gecultiveerde koninginnenkruid.

Een dagpauwoog en gehakkelde aurelia op ijzerhard, die is wel heel aantrekkelijk voor vlinders.

Hoe verzinnen ze het: wat een gekke bloemetjes heeft wijnruit.

Altijd favoriet is de karmozijnbes.

Vooral de vruchten van Canna indica zijn bijzonder.

Wingerd

Woensdag 4 september 2024
Als ik met Nico S de vlinderroute loop bij de Vossendel zie ik een hangplant hoog uit de bomen komen. Ik weet niet wat het is. Nico zegt dat het een wingerd is volgens de app.

We zien niet goed wat er aan de takken hangt van de roos. Dichterbij bekeken zijn het rozenmosgallen, veroorzaakt door een wespje.

Een wijngaardslak als koorddanser op een heel dun takje.

De kleine vuurvlinder is altijd wat laat in het seizoen.

Een wantsensluipvlieg op koninginnenkruid.

Een weekschildkever Anthocomus rufus, een vrouwtje.

Zuringwantsen kruipen bij elkaar.

Op het weiland een dagpauwoog.

Thuis zit een heel klein bont gaasvliegje in de keuken.

Zwervende pantserjuffers

Zondag 1 september 2024
De mannetjes van de puntbijvlieg proberen een vrouwtje te verleiden, maar zij is net met het eten bezig, dus even geen tijd.

Zwervende pantserjuffers staan nog als vrij zeldzaam, hier vliegen er tientallen en ze zijn flink aan het paren.

Daarna moeten er eitjes gelegd worden, waarbij het mannetje het vrouwtje nog vasthoudt in haar nek.

Ze kan het ook alleen af.

De zuigbuis van de kleine parelmoervlinder steekt in de bloem van koninginnenkruid.

Heide Bussum

Zaterdag 31 augustus 2024
Als ik de trein uitstap bij Bussum-Zuid ben ik na 100 meter al op de heide.

Bospad.

In een bosgebied kan je ook de aardappelbovist verwachten.

Oude boom in het Franse Kampheidegebied.

Op weg naar het Goois Natuurreservaat De Snip kom ik een pannenkoekhuisje tegen. Lekker hoor, een appelpannenkoek. De Zanderij Crailoo ligt een stuk lager. Daar loop ik over vlonders, waarvan er een paar een stuk onder water staan.

Loos blaasjeskruid is daar algemeen.

Over de vlonders was het al uitkijken geblazen door de gladdigheid en over deze stenen waag ik me maar niet.

Ik loop nog over de natuurbrug, maar daar is niets te zien in de diepte vanwege de begroeiing. Helemaal terug via de Franse Kamp naar de Bantam. Daar stond een Turkse tent op een heuvel. Omstreeks 1744 kon men vanuit die tent nog naar zeilschepen op de Zuiderzee kijken.
De omgeving is wat heuvelachtig met bomen met enorme tonderzwammen.

Ik steek daar de weg over en denk dat ik al gauw rechtsaf kan slaan op de Hilversumse Meentweg. Dat is niet zo, het is nog een heel eind lopen als ik Zanderij Cruysbergen op kan gaan. Door middel van een vlonder steek ik het Luye gat over.

Toch ben ik blij dat ik dat gedaan heb, hier staat klein zonnedauw.

En heel veel ronde zonnedauw, die steeltjes zijn in verhouding veel korter. Het plantje zelf is heel erg klein.

Er staat een klokjesgentiaan en daar in de buurt staan koningsvarens.

Witte snavelbies vind ik wel bijzonder.

De sloten zijn uitgebaggerd en er liggen stukken van de rode Amerikaanse rivierkreeft op het pad.

Nog door Hilversum gelopen en eindelijk terug op de Franse Kampheide. Terug naar het station loop ik weer verkeerd, ik was er al bijna, toen ging ik nog om de begraafplaats helemaal heen.

Twee bulten van kameeltje

Vrijdag 30 augustus 2024
Nogmaals naar het Kennemermeer, je weet maar nooit of het kameeltje weer tevoorschijn komt. Klein koolwitje is niet zo moeilijk te vinden, toch zijn er weinig dit jaar.

Ik vind het zulke schatjes die hommelbijvliegen, hier op watermunt.

Twijfel slaat toe, is dit nou een mier of een wespje? Obs zegt dat het een steekmier is.

De kop van de rups van de witvlakvlinder is nu goed te zien. De borstels zijn wat geler ook.

Wat een prachtkleed heeft deze buizerd.

De groefbij lijkt wel kniewarmers aan te hebben, zo koud is het nog niet.

Vrouwtje sabelsprinkhanendoder heeft rode poten, bij het mannetje zijn ze zwart.

Bessenbandzweefvlieg snoept van de heelblaadjes.

Gewone bandspanner is zo gewoon dat ik deze het hele seizoen al meerdere keren heb gezien.

Nimf van de zuringrandwants.

Ik ga nog eens heel goed kijken of ik de rups van het kameeltje zie en ja hoor. Groter geworden, de 2 bulten zijn goed te zien en wat een kleuren!!

Nog meer rupsen

Maandag 26 augustus 2024
Een zandslak is vrij zeldzaam, maar niet in deze omgeving. Bij het stationnetje zit er één, maar anders zie ik er wel eens honderd bij elkaar.

Weer speuren op de bijvoet, het lijkt een takje, maar het is een rups van de gewone spikkelspanner.

Niet zoveel rupsen van de absintmonnik als vorige week.

Ze zijn er nog wel, met een mooi patroon.

Zo leuk dat ik hier een nimf van de zuidelijke groene schildwants zie.

Een luzernesierblindwants op bijvoet.

Rups kameeltje

Zondag 25 augustus 2024
Ik red een sluipvlieg, Cylindromyia brassicaria, uit het water in de tuin. De larven van de vlieg parasiteren op (bessen)schildwantsen.

Vrolijk word ik van een distelvlinder bij het vlinders tellen.

Bijenwolf die zijn antennes schoon maakt met zijn pootjes. Op de leuke bloemetjes van koninginnenkruid.

De poten van de strekpoot strekken zich uit voorbij het blad.

Geweldige ogen heeft de sprinkhaanvlieg.

Een hele verse kleine parelmoervlinder.

De bruin winterjuffer overleven de winter als imago. Best wel harig op kop en borststuk.

O, wow, bij de laatste sectie zie ik iets wits en bij nader onderzoek zit daar een rups van een kameeltje. Een larf van de bladwesp Pristiphora spec komt om het hoekje kijken.

De rups vreet de hele wilg kaal. Bijzondere kop en een raar gevormd lichaam.

Met de fiets ga ik naar secties 1 en 2, daar doen de zandroofvliegen een kunstje, hihi.

Bij mijn fiets staat bijvoet, dus even kijken of er een rups van de absintmonnik op zit. Ja dus.

Rups witvlakvlinder

Maandag 19 augustus 2024
Bij de excursie bij het Kennemermeer laat ik bloeiend zomprus zien. Wonderschoon.

Op valse voszegge zitten 2 nimfen van de gewone pantserwants.

Op weegbree nog één, maar dan in een jonger stadium.

De lijkenvlieg heeft een lichte snuit naar voren.

De moerasgrasmot heeft enorme palpen voor aan de kop.

Man zuidelijk spitskopje op heelblaadjes.

Uitgesproken kleuren van de gehakkelde aurelia. Rechts van de vlinder vliegt een bijvlieg.

Als we bij de uitgang komen zie ik op de els 2 vrouwtjes van de gewone kielwants met nimfen, altijd leuk om die te laten zien.

Na het koffie drinken ga ik met Irene en Marij naar de strandduinen, alweer voor de wolfsmelkpijlstaartrups die we al heel snel vinden. Dat komt ook doordat er best veel rupsenkeuteltjes op het strand onder de zeewolfsmelkplant liggen. De rups is al heel groot.

Daarna ga ik vlinders tellen en ben al blij met de kleine vuurvlinder met die blauwe vlekjes. Dat hebben ze niet allemaal.

Er zijn niet veel hommelsoorten, toch is het zo moeilijk om ze uit elkaar te houden. De mannetjes zijn anders dan de vrouwtjes en dan heb je ook nog koekoekshommels, zoals deze gewone.

Grote kegelbij op heelblaadjes.

Heidewielwebspin op boerenwormkruid. Dus ook spinnen kunnen mooi zijn.

Dat snuitje van de weidevlekoog.

Eerst zit de strekpoot met zijn pootjes bij elkaar, zodat hij heel herkenbaar is. Ik heb hem per ongeluk gestoord en nu staat hij op zijn achterste poten, haha! Aan de palpen kan je zien dat het een strekpoot is.

Hoe bijzonder kan een rups zijn. Nu de rups van een witvlakvlinder een stadium verder dan vorige week.

Een (Vlaamse) gaai en niet eens zo schuw.

Duinriet bij de uitgang.

Rupsen absintmonnik

Vrijdag 16 augustus 2024
Het is weer tijd voor de rupsen van de absintmonnik. Al snel zie ik ze op de bijvoet op de vlinderroute van de oude spoorlijn.

De tekening van een schaakbordlieveheersbeestje is soms net wat anders dan anders.

Wat een leuk klein boorvliegje. De kleine stervlekboorvlieg.

Denk ik een nimf van de bessenschildwants te zien, is het een nimf van de zuidelijke schildwants. Imago’s daarvan heb ik 10 mei gezien in de duinen.

Ik ben heel wat rupsen aan het tellen van de absintmonnik en zie dan dat er een kleintje op mijn boekje zit.

Hier 2×2 onder elkaar en vaag links nog een.

Sommige zijn wat donkerder.

Allemaal met een roze getekende kop. Ik heb er maar liefst 89 geteld. Nu hoop ik volgend jaar natuurlijk de vlinder te zien.

In het gras op sectie 20 nog een rups van een klein koolwitje.

Wingerd

Dinsdag 13 augustus 2024
De wingerd bij de Vossendel is me niet eerder opgevallen. Nico S. ziet met de app dat het een wingerd is.

Ik doe alleen de laatste secties. Dit jaar meer grote koolwitjes dan kleine.

Af en toe een atalanta.

Een vrouwtje strekspin met een rare vorm, niet zo uitgerekt als een strekspin. Samen met een mannetje.

En op dezelfde sectie (van 50 meter) ook nog een mannetje kroosvlindertje.