Woensdag 20 mei 2015
Ik wil naar Beeckestijn voor het waterdrieblad, maar ik blijf weer eens steken bij de vijver van Velserbeek. Misschien zijn hier weer viervlekken uitgeslopen. Nee, niet gezien, juffertjes, o.a. de houtpantserjuffer, met gele vleugelvlekjes.

Het lantaarntje heeft wit-blauwe vleugelvlekjes.

Twee snuitkevertjes die hun neus in andermans zaken steken.

Twee langpootmuggen doen ook zoiets.

Munthaantjes zijn prachtig gekleurd.

Er zit een geelwangschildpad op het nest van de meerkoet en die vindt dat heel gezellig lijkt het wel.

In Beeckestijn staan duizenden planten van het zeldzame Haarlems klokkenspel.

Ik kom uiteindelijk toch bij het waterdrieblad terecht. Ik heb het eerder gezien in Amstelveen, in het Thijsse’s park en ik vind het bijzonder dat het hier ook staat.

Brem heeft schattige peultjes.

Bovendien zie ik minimotjes op de brem, het zijn de vroege oermotjes en ik vind ze oerend mooi.

Zo klein als ze zijn, ze weten hoe het moet.

En nou tref ik ook nog de ijsvogel, wauw, wat een dag.

Ik moet wel een tijd wachten voor hij voor de tweede keer verschijnt, maar dan heeft hij een visje!

Er komen vast jonge ijsvogeltjes.

Kijk, hierom wordt hij ook wel de blauwe flits genoemd.