Donderdag 17 april 2014

Ik ga weer mee met de excursie “Haal meer natuur in je tuin”, onder leiding van Dik. Het gaat erom dat je in je tuin bloeiende planten heb die al vroeg in het voorjaar beginnen en dat dan het ene na het andere soort gaat bloeien, zodat de insecten (en daarmee ook vogels) daarvan kunnen profiteren. In de tuin van Ter Kleef zoemt het ook van de insecten. Dit bijtje van ongeveer 8 mm heeft al heel wat stuifmeel verzameld onder de buik en op de poten.

Zie je, de pendelzweefvliegen hebben het hier ook naar hun zin.

Vooral longkruid is een vroege bloeier.

Vogelmelk heeft 3 chromosomen en kan zich niet door zaden vermenigvuldigen.

Bij de aronskelk ligt het stuifmeel niet vrij zodat de insecten het makkelijk  kunnen verspreiden. Maar daar heeft hij wat op gevonden: hij lokt de insecten in de kelk, daarboven is een soort borsteltje waardoor de insecten niet meer weg kunnen en als het zaad rijp is opent de bloem zich waardoor de insecten weer vrij komen en het stuifmeel naar andere bloemen over kunnen brengen.

Een wantsje: Orthops kalmii of Orthops basalis (met dank aan Thijs’ tuin: http://www.tuin-thijs.com/

De stinkwantsen willen het discreet houden door net te doen alsof ze een blaadje zijn, maar ik heb ze door.

Hé een zakdoekjesboom!

Appelbloesem.

Als je dit ziet dan hoef je eigenlijk al niet meer naar de Keukenhof.

Bij de excursie loopt iemand mee die niet bang is voor de groene krabspin 😉

De anderen zijn al doorgelopen, maar ik zie nog een bladwesp, de Abia lonicerae aenea (voor de naam weer met dank aan Thijs’ tuin).

Dik legt uit dat links een geparasiteerde platte dopluis is, rechts is de gewone platte dopluis.