Maandag 27 oktober 2014

Na de storm ligt er wel heel veel op het strand. Ook de meeuwen profiteren daarvan.

We vinden klompjes doorschijnende zeevinger, maar het zit ook op een stengel.

We vinden maar 1 zeepaddenstoel.

Deze noordzeekrab is nog levend.

Hij wil er vandoor gaan.

Ik vind een vreemd skelet, het is van een harnasmannetje, een vis.

Ik neem verschillende vondsten mee naar huis om met de macrolens te fotograferen. Bij het theedrinken zag ik al dat er een levend krabje tussen de doorschijnende zeevinger zat, maar thuis zie ik er nog een paar uit het huisje van de gevlochten fuikhoren komen die ingekapseld zit in de zeevingers. De krabjes zijn porseleinkrabjes en die zie je heel zelden.

De kleine zeeappeltjes hebben nog een extra schijfje, waar dat voor is weet ik niet.

De grote zeeappels hebben afgebroken stekels diezelfs nog reliëf hebben.

Porseleinkrabbetje.

Maar er lagen ook duizenden slibanemonen op het strand, waarvan sommige het nog deden. Die waren oranje en paars.

Ik ga weer terug naar het strand om de strandvondsten terug in zee te gooien. Ik tref het gelijk, want er zwemt een rosse franjepoot. Er staan nog hele hoge golven.

Het is een vrij kleine steltloper die je hier niet vaak ziet.