Zondag 14 augustus 2016
Het is goed weer voor de libellenexcursie. Er is natuurlijk meer te zien dan alleen libellen, zoals larven van een bladwesp met de moeilijke naam Craesus_septentrionalis. Als je dichterbij komt richten de larven zich op.

Aan de overkant van het water zitten nijlganzen.

Vorige week in de AWD hadden we pantserjuffers en hier zitten houtpantserjuffers, die leggen hun eitjes in hout dat boven het water hangt.

Deze juffers hebben net zulke mooie kleuren, maar het mannetje heeft groene ogen.

We gaan verder naar een park. Daar hangt een paardenbijter.

Een keizerlibel is eitjes aan het afzetten in het water.

Deze waterleliemot is veel donkerder dan die we 23 juni op het doek hadden bij het nachtvlinderen.

In de Jan Gijzenvaart zitten wel 3 paartjes kleine roodoogjuffers bij elkaar. Ik zie dat het vrouwtje groene ogen heeft, dus ook weer een moeilijkheidsgraad bij het determineren.

Zou dit een roodoogmeerkoet zijn? 😉

Het mannetje blijft het vrouwtje vasthouden.

Er zijn ook lilakleurige lantaarntjes.

Op de terugweg zie ik een ooievaar in de wei. Er wordt gemaaid en daar komen ze op af. Hij is geringd en ik geef de ringgegevens door. Hij is 2 jaar geleden als nestjong geringd.

Bij het vijvertje van Velserbeek nog gekeken naar libellen, een grote keizerlibel vliegt rond en jaagt af en toe een kleinere libel op. Een andere keizerlibel gaat even aan het riet hangen.