Zondag 27 april 2025
Voordat ik naar de excursie van IVN ga zie ik Izzy nog net onder de sering liggen op het schuurdakje.
De excursie is bij de ruïne van Brederode, waar de zeldzame muurbloem welig tiert.
Ik vind korstmossen fascinerend.
Nogal grijs kauwgommos, meestal is het witter en kleiner.
Doorkijkje van het kasteel.
Leuk verhaal gehoord over de muurleeuwebek, het plantje duwt de zaadjes in de muren.
De gelobde citroenkorst is prachtig.
Marja van IVN wijst het zeldzame duinbekermos aan.
De kleine pimpernel bloeit en dit is de vrouwelijke vorm.
Muurbloemen voor het kasteel.
Mooie gele bloemen.
Audrey en ik gaan daarna nog vlinders tellen bij het Kennemermeer. Reukgras ruikt echt lekker als je de steel een beetje kneust.
Op sectie 7, de heivlinderduin, staan 2 pollen met gulden sleutelbloem.
Categorie archieven: Kennemermeer
Pareltjes
Maandag 21 april 2025
Het is een hele tijd droog geweest en uitgerekend vandaag zou er een flinke bui komen als we bij het Kennemermeer lopen. Gelukkig valt het enorm mee en juist vanwege de regen zien we de spinnenraggen van de rietkruisspinnen en dat zijn er heel veel.
Een spin heeft er een collier van gemaakt met pareltjes.
De zilte zegge staat vol in bloei.
Totaal onverwacht vindt Marja zelfs een duinmorielje.
Leuke mossenexcursie
Zondag 20 april 2025
Er is een mossenexcursie van het IVN bij Bleek en Berg. Marja weet heel veel van mossen, dus dat wordt heel leuk. Het is allemaal heel klein. Op de foto is links een bolletje, als dat openklapt wordt het een sterretje zoals aan het eind van het steeltje. Het is gedrongen kantmos.
In het oog springend gaffeltandmos.
Groot duinsterretje met glasharen aan het eind van de blaadjes.
Vrouwelijk zandhaarmos. Het heet haarmos omdat er haren zitten aan het huikje.
Grijs bisschopsmuts is vrij zeldzaam.
Met Audrey ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer, een bont zandoogje gaat even keurig voor de foto zitten.
Op het heivlinderduin bloeit de ruwe gierstgras.
Terug fiets ik langs de gele ribes.
Agaatvlinder
Zaterdag 12 april 2025
De favoriet van elke vogelaar: de drieteenstrandloper, watervlugge vogeltjes.
Verschillende soorten wieren op het strand.
Een dode bot even in het water gelegd om schoon te spoelen.
Een bouwpakket gevonden van de wolhandkrab.
Met Audrey ga ik bij het Kennemermeer vlinders tellen, daarbij kijken we eerst bij het parkeerhok of er nog een nachtvlinder of ander insect zit. En ja hoor, een klein koolwitje is net uit de pop gekomen.
En thuis wacht een verse agaatvlinder op me in de poort.
Muurwesp en metselbij
Vrijdag 4 april 2025
Stralend weer om de vlinderroute bij het Kennemermeer te tellen. Bij het parkeerhok zit alvast een voorjaarskortvleugelmot.
De wilgen in het gebied produceren heel wat stuifmeel.
Als je de populierenkatjes bekijkt zijn die ook bijzonder.
De wollige sneeuwbal heeft knoppen en die fotografeer ik van de onderkant.
Bij de uitgang loopt een muurwesp Ancistrocerus nigricornis over de slagboom.
Prachtig die spreeuwen bij de madeliefjes langs het fietspad.
Terwijl ik sta te kijken naar de spreeuwen landt er een gehoornde metselbij op de meidoornstruik.
Wilgenkatjes
Maandag 17 maart 2025
Omdat er nog heel weinig te zien is bij het Kennemermeer neem ik de deelnemers mee naar de nieuwe duinen ten zuiden van het Kennemermeer. We lopen een stukje over het strand en komen daar bij de duinen, maar blijven wel op het strand omdat het te zwaar is voor sommige deelnemers om de duinen op en af te gaan.
Terug op het fietspad zien we een wilg, vol met katjes en er zit ook nog een kleine vos op. Ik denk dat deze wilg meer in de zon staat, want de andere wilgen zijn nog niet zo ver.
Op een paaltje zit gedraaid knikmos. De mosjes zijn gedraaid en de kapseltjes bijna doorzichtig.
Marja laat de mannelijke katjes zien.
En daarna de vrouwelijke.
De deelnemers waren heel enthousiast over deze morgen, we hadden ook heerlijk weer.
Klein hoefblad
Zaterdag 15 februari 2025
Bij het voorstukje van de pier zit een man eider. Gelukkig, want er zijn verder weinig vogels.
Daarom ga ik door naar het Kennemermeer, waar klein hoefblad bloeit. De meeldraadjes zijn geel en de binnenbloemetjes zijn nog dicht.
Ik loop een stuk richting het zuiden en zie zowaar een vos die rustig doorloopt nadat hij even gekeken had of ik wel te vertrouwen ben.
Voorjaarsboomspanner
Vrijdag 7 maart 2025
Op het parkeerhok bij het Kennemermeer zit een voorjaarsboomspanner.
Gelukkig ontdek ik alweer het eerste kevertjes: Dorytomus taeniatus.
Zo zacht als de wilgenkatjes zijn, dat zie je gewoon.
Aan de Heerenduinweg tel ik maar liefst 52 rozetten van de bokkenorchis. Hier en daar is wel aan de bladen gevreten, ik hoop dat de bloemen met rust gelaten worden. Dat zal wel niet, want die vinden de herten het lekkerst.
Weinig te beleven
Zaterdag 1 maart 2025
Ik loop bij het Kennemermeer, alleen is er niets te zien. Er was nog een ringsnaveleend gemeld een half uur daarvoor, maar die is zeker ondergedoken. Ik ga nog even kijken tussen het riet en daar glimmen me de kevertjes me tegemoet.
Ik hoop dat het water zakt voor de volgende excursie, want alle paden staan ook onder water.
Bij het strandje staan een paar plantjes van het kleine hoefblad te bloeien, pff, toch nog wat.
Toppers
Dinsdag 25 februari 2025
Er zitten nu 2 toppers bij de pier, dat wil ik natuurlijk meemaken. Helaas is het juist bij de pier opeens heel mistig geworden, maar ik laat de kans niet ontglippen. Het is een mannetje en een vrouwtje.
Een paar paarse strandlopers lopen zo dichtbij dat ik van de mist geen last heb.
Omdat er verder geen bijzondere vogels zijn ga ik nog naar het Kennemermeer. De geelbruine plaatjeshoutzwam zit ook op de andere slagboom, maar is verser en is oranje.
Koolmeesje
Vrijdag 21 februari 2025
Woensdag was het nog erg koud, het vroor nog, vandaag is het bijna 15 graden. Het koolmeesje heeft echt zin in het voorjaar.
Even op de pier geweest en op het strand. Gewoon jonge zilvermeeuwen, maar die patronen in de vleugels en de staart zijn toch prachtig.
Heel misschien is er bij het Kennemermeer wat te zien. Ja, uitgebloeide dingen, ik denk melkdistel. Ik vind het heel moeilijk om te herkennen.
Op een oude slagboom denk ik een doolhofzwam te herkennen, maar het is de geelbruine plaatjeshoutzwam.
Slanke kleine zwaardschede
Maandag 21 oktober 2024
Direct bij het begin van de excursie kan ik het verschil tussen een gewone en een grote aalscholver aantonen door de hoek bij het begin van de snavel. Links de gewone, rechts de grote.
Dit keer gaan we langs de westkant van de plas. We hopen zandtulpjes te zien, maar we zien een plooirokje.
Een katwilg heeft hele lange smalle bladeren.
’s Middags heb ik ook nog strandwacht, waarbij ik wel een bijzonder kleurpatroon zie op een Amerikaanse zwaardschede.
Eindelijk een foto van een drieteentje met schelpjes om zich heen.
Er is heel wat aangespoeld en dit keer niet eens zoveel Amerikaanse zwaardschedes. Ongeveer in het midden een venusschelp, wat zeeboontjes en veel ovale strandschelpjes.
Een duidelijke Noorse hartschelp.
Bij de gigantisch grote zeepaddenstoel heeft Selma even haar hand naast gelegd ter vergelijking.
Hoera, de eerste keer dat ik een andere zwaardschede vind dan de Amerikaanse. Het is de slanke kleine zwaardschede en ik vind er zelfs twee. Misschien omdat ze nu wat meer opvallen omdat er weinig Amerikaanse liggen.
Witvleugeluil
Dromedarisluizen
Vrijdag 4 oktober 2024
De waddenorchidee op de parkeerplaats heb ik ingevoerd in waarneming. Eerst wordt er handekenskruid en later rietorchis van gemaakt. Volgend jaar toch eens kijken of waddenorchis niet klopt.
De Metellina-spin heeft een prooi goed ingepakt, misschien was het een rietcicade.
Een stam zit helemaal onder de dromedarisluizen, bijna de enige soort luis die goed te herkennen is.
Sikkelsprinkhaan
Maandag 23 september 2024
De brede wielwebspin zit op een grasje waarvan ik de naam wel zou willen weten.
Galletjes van de schietwilgwratmijt op schietwilg.
Het is dat ik niet weet of ik volgende week nog vlinders kan tellen vanwege het weer dat ik vandaag toch ga tellen. Het is 19 graden, dus de temperatuur valt nog mee en de wind ook.
De sikkelsprinkhaan zie ik al vaker hier bij het Kennemermeer. In 2004 kwamen de eerste 3 exemplaren in Noord-Holland.
Nog een zuidelijke soort: de grauwe schildwants. De eerste melding is van 2005.
De rups van de kleine beer kijkt of de andere kant van het dorre blad sappiger is.
Rups kroonvogeltje
Maandag 16 september 2024
Met een fraaie wolkenlucht belooft de excursie bij het Kennemermeer bijzonder te worden. We vinden al snel rupsen van de wapendrager. Bij mijn favoriete berkenboom zie ik een rups van een kroonvogeltje, wow, prachtige vondst. De kop is naar de rug gekeerd.
De anderen zijn daar zo lang aan het bewonderen en fotograferen dat ik nog van alles zie, zoals een groene stinkwants.
Een slakkendodervliegje met een geweldige naam: rooddijtantesidonia.
Gal in de watermunt, door de watermuntbloesemmijt.
Als ik ga kijken of ze klaar zijn met het kroonvogeltje ontdek ik onder een blad ook nog een rups van een Meriansborstel. We gaan nog net niet uit ons dak.
De rupsen van wapendrager zijn altijd heel harig, deze heeft zijn wilde haren verloren waardoor het patroon zichtbaar is.
Overblijfsel van een nog bloeiende kattenstaart.
Topexcursie, helaas met maar 6 deelnemers, inclusief ikzelf.
Bij het koffiedrinken op het terras komt er nog een terrasjeskommazweefvlieg op mijn schoot zitten.
Graspieper
Scheefbloemwitje
Zondag 8 september 2024
Aan de binnenkant van het parkeerhok bij het Kennemermeer zit een zwartvlekdwergspanner.
Een heidelibel met sprankelende vleugels.
Parnassia’s, het paradepaardje van de duinen.
Ook al loop ik steeds met mijn zware lens te sjouwen ik ben blij dat ik hem bij me heb als ik 3 paapjes zie.
Ik mag wel opschieten met de vlindertelling, het is weer erg bewolkt.
Telelens weer nodig voor het scheefbloemwitje want die is te verwarren met klein koolwitje.
Zwervende pantserjuffers
Zondag 1 september 2024
De mannetjes van de puntbijvlieg proberen een vrouwtje te verleiden, maar zij is net met het eten bezig, dus even geen tijd.
Zwervende pantserjuffers staan nog als vrij zeldzaam, hier vliegen er tientallen en ze zijn flink aan het paren.
Daarna moeten er eitjes gelegd worden, waarbij het mannetje het vrouwtje nog vasthoudt in haar nek.
Ze kan het ook alleen af.
De zuigbuis van de kleine parelmoervlinder steekt in de bloem van koninginnenkruid.
Twee bulten van kameeltje
Vrijdag 30 augustus 2024
Nogmaals naar het Kennemermeer, je weet maar nooit of het kameeltje weer tevoorschijn komt. Klein koolwitje is niet zo moeilijk te vinden, toch zijn er weinig dit jaar.
Ik vind het zulke schatjes die hommelbijvliegen, hier op watermunt.
Twijfel slaat toe, is dit nou een mier of een wespje? Obs zegt dat het een steekmier is.
De kop van de rups van de witvlakvlinder is nu goed te zien. De borstels zijn wat geler ook.
Wat een prachtkleed heeft deze buizerd.
De groefbij lijkt wel kniewarmers aan te hebben, zo koud is het nog niet.
Vrouwtje sabelsprinkhanendoder heeft rode poten, bij het mannetje zijn ze zwart.
Bessenbandzweefvlieg snoept van de heelblaadjes.
Gewone bandspanner is zo gewoon dat ik deze het hele seizoen al meerdere keren heb gezien.
Nimf van de zuringrandwants.
Ik ga nog eens heel goed kijken of ik de rups van het kameeltje zie en ja hoor. Groter geworden, de 2 bulten zijn goed te zien en wat een kleuren!!
Bloemvlieg
Donderdag 29 augustus 2024
Bij het Kennemermeer ga ik nog eens kijken of ik de rupsen van het kameeltje nog kan vinden. Bij het begin van het pad hebben de jonge nimfen en de nimfen van een vervellingsstadium verder elkaar opgezocht.
Alweer een rups van de witvlakvlinder. Ik kan nu een betere foto maken van deze schoonheid.
Deftige streepjes heeft de bloemvlieg Hydrophoria lancifer op het borststuk.
Geen rups van het kameeltje, maar van de kleine beer.
Rups kameeltje
Zondag 25 augustus 2024
Ik red een sluipvlieg, Cylindromyia brassicaria, uit het water in de tuin. De larven van de vlieg parasiteren op (bessen)schildwantsen.
Vrolijk word ik van een distelvlinder bij het vlinders tellen.
Bijenwolf die zijn antennes schoon maakt met zijn pootjes. Op de leuke bloemetjes van koninginnenkruid.
De poten van de strekpoot strekken zich uit voorbij het blad.
Geweldige ogen heeft de sprinkhaanvlieg.
Een hele verse kleine parelmoervlinder.
De bruin winterjuffer overleven de winter als imago. Best wel harig op kop en borststuk.
O, wow, bij de laatste sectie zie ik iets wits en bij nader onderzoek zit daar een rups van een kameeltje. Een larf van de bladwesp Pristiphora spec komt om het hoekje kijken.
De rups vreet de hele wilg kaal. Bijzondere kop en een raar gevormd lichaam.
Met de fiets ga ik naar secties 1 en 2, daar doen de zandroofvliegen een kunstje, hihi.
Bij mijn fiets staat bijvoet, dus even kijken of er een rups van de absintmonnik op zit. Ja dus.
Rups witvlakvlinder
Maandag 19 augustus 2024
Bij de excursie bij het Kennemermeer laat ik bloeiend zomprus zien. Wonderschoon.
Op valse voszegge zitten 2 nimfen van de gewone pantserwants.
Op weegbree nog één, maar dan in een jonger stadium.
De lijkenvlieg heeft een lichte snuit naar voren.
De moerasgrasmot heeft enorme palpen voor aan de kop.
Man zuidelijk spitskopje op heelblaadjes.
Uitgesproken kleuren van de gehakkelde aurelia. Rechts van de vlinder vliegt een bijvlieg.
Als we bij de uitgang komen zie ik op de els 2 vrouwtjes van de gewone kielwants met nimfen, altijd leuk om die te laten zien.
Na het koffie drinken ga ik met Irene en Marij naar de strandduinen, alweer voor de wolfsmelkpijlstaartrups die we al heel snel vinden. Dat komt ook doordat er best veel rupsenkeuteltjes op het strand onder de zeewolfsmelkplant liggen. De rups is al heel groot.
Daarna ga ik vlinders tellen en ben al blij met de kleine vuurvlinder met die blauwe vlekjes. Dat hebben ze niet allemaal.
Er zijn niet veel hommelsoorten, toch is het zo moeilijk om ze uit elkaar te houden. De mannetjes zijn anders dan de vrouwtjes en dan heb je ook nog koekoekshommels, zoals deze gewone.
Grote kegelbij op heelblaadjes.
Heidewielwebspin op boerenwormkruid. Dus ook spinnen kunnen mooi zijn.
Dat snuitje van de weidevlekoog.
Eerst zit de strekpoot met zijn pootjes bij elkaar, zodat hij heel herkenbaar is. Ik heb hem per ongeluk gestoord en nu staat hij op zijn achterste poten, haha! Aan de palpen kan je zien dat het een strekpoot is.
Hoe bijzonder kan een rups zijn. Nu de rups van een witvlakvlinder een stadium verder dan vorige week.
Een (Vlaamse) gaai en niet eens zo schuw.
Duinriet bij de uitgang.
Argusvlinder
Maandag 12 augustus 2024
Moerasspirea vorige week nog in volle bloei, nu met vruchtjes en wat zijn ze geinig.
Op de boerenwormkruid zit een bij. Ik hoop altijd nog eens op de wormkruidbij, maar ze zijn niet van zijdebijen te onderscheiden.
Nog een jonge rups van de witvlakvlinder, ik hoop er binnenkort nog een te fotograferen die al verder is. Ze zijn zo leuk.
Oei, een goudoogdaas op mijn arm, gauw een foto voordat ze me te pakken heeft.
Vrouwtje citroenvlinder is wat groen.
O, wow, een argusvlinder en zo mooi vers!
Aan het eind van de vlindertelling nog 2 hele verse kleine vossen.
Omdat het zuidelijke deel weer heel nat is ga ik buitenom met de fiets naar secties 1 en 2. Daar staat heel veel zandambrosia.
Rups wolfsmelkpijlstaart
Dinsdag 6 augustus 2024
Met Barbara heb ik afgesproken dat ik haar op zou wachten op de parkeerplaats vóór het Kennemermeer. We gaan op zoek naar de rups van de wolfsmelkpijlstaart en maken er gelijk een dagje uit van. We lopen eerst langs de jachthaven waar bijzondere planten staan zoals zeevenkel.
Omdat we weten waar we zoeken moeten naar de rups hebben we hem al snel gevonden.
Daarbij heeft Barbara een foto van mij in actie genomen.
We lunchen bij Makai, maar daar is het wel erg druk.
Daarna gaan we naar het Kennemermeer omdat Barbara dat een topgebied vindt. Een imago sikkelsprinkhaan heeft enorme lange vleugels, waarbij de achtervleugel langer is dan de voorvleugel.
Nog een diksprietblindwants bij de uitgang.
En een spitskopje met enorme antennes.