Maandag 5 augustus 2024
Een drukke excursie vandaag bij het NME in Haarlem. Het is ook heerlijk weer. We vinden een paar larven van de schildpadtor. De anus zit achter bovenop het lijf, daardoor kan hij de poep op het lijf schuiven als camouflage.
Dat zie je hier, bij deze stinkerd, hihi.
De artisjok komt uit het Middellandse zeegebied.
Normaal zie je bij peen 1 rood bloemetje in het midden, dit is wel heel apart.
Een huisjesslak in een peenhuisje.
Dit heb ik eerder gezien bij het Kennemermeer en vermoedde dat het een schimmel was. Het is een nestje van een strekspin.
De paardenbijters zijn goed te fotograferen.
Ik ben dol op een kaardenbol.
Tamme kastanje met vruchten en mannelijke bloemen.
Deze rozenbottels zijn niet van de egelantier.
Kleine kaardenbol.
Hangende tuin met doorgroeide duizendknoop op de voorgrond.
’s Middags ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer. Voordat ik begin toch even kijken bij het parkeerhok waar een purperen stipspanner op het raam zit.
Ik ben al bij sectie 3 in het zuiden waar ook moeraszoutgras staat. Ik weet het nu op meerdere plekken te staan.
Met die donkere stipjes denk ik gelijk aan de struiksprinkhaan. Het blijkt een nimf van de sikkelsprinkhaan, daar had ik niet zo gauw aan gedacht.
Moerasspirea in volle bloei.
Die ogen van de duindoornboorvlieg, net zo leuk als de vleugels.
Categorie archieven: Kennemermeer
Duinvilla
Maandag 29 juli 2024
Lekker vlinderweer met 25 graden en weinig wind. Dus weer tijd om vlinders te tellen bij het Kennemermeer. Opvallend is de kleine moeraswapenvlieg op de peen.
Er staan veel wilgen hier, maar wat is nou de een en wat de ander. Deze katwilg is herkenbaar aan de lange smalle bladeren.
Ik vind stippelzegge en dat is heel zeldzaam, niet in het zuidelijke deel, maar bij sectie 12.
Op peen zie ik een rietkruisspin en als ik die fotografeer komt er uit het nestje het vrouwtje tevoorschijn.
Dit jaar veel vrouwtjes sabelsprinkhaandoders gezien. Dit keer een mannetje die geen rode poten heeft, maar wel veel meer haar.
Op sectie 2 is nog kaal zand waar een spieswesp op landt.
Rare naam voor een insectie, deze heet echt duinvilla.
Lijkt op de hottentottenvilla, maar de duinvilla is een insect van de duinstreek.
Een grote bloedbij gaat van holletje naar holletje om te kijken of er nog eitjes zijn van de zijdebij, die eet ze op en legt dan zelf een eitje in het nest waar al gezorgd is voor voedsel. Vandaar dat het een koekoeksbij is.
De oranje agaatspanner kom ik vaker tegen.
Toch 75 vlinders geteld als ik het gebied verlaat. Bij mijn fiets zijn heel veel mantelmeeuwen. Een ervan heeft een ring die ik uit kan lezen. Deze is geringd op Forteiland en dit is de eerste keer dat deze gemeld wordt buiten Forteiland.
Muurschilderingen IJmuiden
Vrijdag 26 juli 2024
Over de Plantenweg fiets ik naar het Kennemermeer. Eerst kon ik de schilderingen op de muren niet vinden, dan zie ik de eerste aan de overkant, die met de zeehonden.
Voor de vuurtoren moet ik achterom kijken om die te zien.
En het anker is ook aan de overkant. Mooi gedaan door Joost.
Bij het Kennemermeer waag ik nog een poging om het klein glidkruid te vinden, daarbij stuit ik op een weegbree met 2 aardappelprachtblindwantsen.
Dicht bij mijn fiets een klein brandnetelmotje op koninginnenkruid.
Bloeiers
Donderdag 25 juli 2024
Iemand dacht klein glidkruid gevonden te hebben bij het Kennemermeer en ik wil kijken of het klopt. Heel goed gezocht, tevergeefs, hij had zich vergist. Ondertussen let ik wel op alle planten en zie de zomprus bloeien.
Rode ogentroost.
En stijve ogentroost.
Bloeiende dwergzegge.
Kruipend stalkruid heb ik nog niet zo dichtbij bekeken, ook leuk.
Gevleugeld hertshooi heeft een bloem die lijkt op Sintjanskruid. Laatst liet Marja zien dat bij Sintjanskruid één kant van de gele blaadjes gekarteld is.
Dit zal wel een vrouwtje zijn van de Minettia-vlieg.
Om het eens te leren heb ik de platte en de tengere rus naast elkaar gefotografeerd.
Wolfspoot heeft schattige bloemetjes die als een krans om de stengel staan.
Een bont motmugje heeft echt een lekker bontje.
Rugstreeppad
Maandag 22 juli 2024
Voordat ik vlinders ga tellen bij het Kennemermeer kijk ik bij de waddenorchis of die in vrucht staat, want dan zou die bijna zwart moeten zijn, dat is hij niet. Op waarneming is hij ook niet goedgekeurd als waddenorchis, maar als handekenskruid.
Alleen op sectie 2 is nog een zandpad, de rest van het gebied is helemaal vol gegroeid. Op deze sectie staan veel blauwe zeedistels.
Op het zand landen steeds libellen, vliegen, wespen, zandloopkevers en een knopsprietje.
In de scherm van peen vind ik een rupsje van de bruidsmot.
Kleine rugstreeppadjes lopen voor mijn voeten.
Denk ik een heelblaadjespalpmot te hebben gefotografeerd is het een populierenspikkelpalpmot.
Een waterleliemot verwacht ik niet zo gauw hier, toch aanwezig.
Rups daguil
Vrijdag 19 juli 2024
Familie van Nico wilde wel eens de planten bij het Kennemermeer bekijken. Het is er een prachtige dag voor. Ook heel gezellig. Leuk dat er een buurmeisje van mij van vroeger bij was. Op de heivlinderheuvel gaan we even picknicken en daar zie ik een rups op de peen. Het is een rups van de lichte daguil, niet erg algemeen.
Ze treffen het dat een vrouwtje vuurlibel mooi in het zicht zit.
Duinkortkopje
Maandag 15 juli 2024
Met de excursie bij het Kennemermeer genieten we van de parnassia’s. Op een bloem zitten zelfs twee grote parelmotten.
Dat is een mooie combinatie: een sintjansvlinder op moeraszoutgras.
We hoeven niet echt op zoek naar scheerlingzaadgalmuggallen, hier zitten er veel op de peen.
Na de koffie ga ik de vlinders tellen. Timoteegras bloeit.
Kunstwerkje van peen.
Gewone koekoekshommel op duinkruiskruid.
Het vrouwtje van een vuurlibel lijkt wel van goud.
Op sectie 2 zijn er nog stukken met kaal zand en daar landen veel libellen en andere insecten, zoals de bastaardzandloopkever.
Het wantsje het duinkortkopje is vrij zeldzaam en komt dus alleen in de duinen voor.
Bitterzoet
Donderdag 11 juli 2024
Bij het vlinders tellen van het Kennemermeer moet ik me door een smal paadje wringen, daar staat bitterzoet die een heel uniek bloemetje heeft.
Het is weer tijd voor de zwartsprietdikkopjes.
Er is een dolfijn gespot in het Noordzeekanaal. ’s Avonds ga ik kijken of ik hem kan zien. Geen dolfijn, wel kleurige wolken.
Kameleonbladroller
Donderdag 4 juli 2024
Op de wilgen van het Kennemermeer zitten vaak insecten, zoals deze oogvleksteilkopjes, wel goed kijken, want ze zijn ontzettend klein.
Nachtvlindertje lijkt een beetje op een vogelpoepje, het is het pinguintje.
De speerdistels staan in bloei.
Omdat ik dacht dat ik deze nachtvlinder niet eerder gezien had heb ik er een paar foto’s van gemaakt. Achteraf heb ik hem wel gezien, alleen met een andere tekeningen en ja, daar is het dan ook een kameleonbladroller voor, hihi.
Op de peen zit een duinkortkopje, een wants, en die is vrij zeldzaam.
Apart ook de nimf van een geoogde bodemwants.
Ook de kleine bretelrouwzwever is zeldzaam.
Mooie kleuren van de gehakkelde aurelia.
Gelukkig blijft de blauwe glazenmaker even hangen voor de foto.
Op de berk zit bladluis, ik denk Calaphis betulicola, een levendbarend soort.
De naam van de moertjes vergeet ik niet gauw.
Grasbeertje
Maandag 24 juni 2024
Ik ga zo vlinders tellen bij het Kennemermeer en bij het parkeerhok wil ik altijd even kijken of er nog vlinders op of in zitten. Ik tref het, een populierenpijlstaart, een grasmot en een grasbeertje. Als ik daar sta te fotograferen komen er nog meer mensen kijken en fotograferen.
In het veld zit een smalle weegbreemot op een grasje naast een aartje van een weegbree.
Wow, die kleur ogen van deze jonge kauw.
Het bloemetje van teer guichelheil wordt elke dag iets langer.
Buiten het gebied ligt een pop van een wilgenhoutrups op het fietspad, de vlinder is al gevlogen.
De planten van de peen langs dit pad heeft roze middenbloemetjes, die zie je nog net onder het lijf van de gewone langsprietwapenvlieg.
Ook een goudwespje bezoekt de peen (Chrysis bicolor/illigeri).
Op het kale zand rusten vaak harkwespen.
Nog een foto van de populierenpijlstaart op het parkeerhok. Toen ik aankwam waaide het te hard voor goed foto’s want de vleugels wapperde teveel.
’s Avonds ligt er een enorme kraan in het kanaal. We beleven nogal eens wat zo met ons uitzicht.
Waddenorchidee
Maandag 17 juni 2024
Derde maandag van de maand, dus op onderzoek met de KNNV bij het Kennemermeer. Gewone goudlokjes hebben we al vaak gezien, het vrouwtje en mannetje van het geelpootgoudlokje zien er anders uit.
Als ik deze kokermot zie denk ik gelijk aan de pistoolkokermot, alleen heet deze de witte wilgenkokermot, natuurlijk op wilg.
Iemand ziet een distelboktor. Bij het vergroten van de foto zie ik dat er op de antennes ook allemaal haartjes zitten.
Twee parende bruine zandoogjes landen op mijn broek.
Op weg naar de koffietent komen we langs een duin met klaprozen.
Na de koffie laat ik Hanneke het hondskruid zien, hier een zeldzaamheid, in Wijk aan Zee stonden er jaren geleden een stuk of duizend.
Dan gaan we door naar de waddenorchidee waar we op werden geattendeerd toen we bij de klaprozen stonden. Heel bijzonder dat er hier één staat.
Hanneke is gek op grassoorten en weet dat dit een draviksoort is: de zachte dravik.
Ik ga alleen het gebied in om vlinders te tellen. Bij de berk hangt een vers sigaartje van de berkensigarenmaker, een heel klein kevertje. Die knipt het blad middendoor tot de nerf, rolt het op en legt daar haar eitjes in.
In het nattere gedeelte staat oranje havikskruid, met kleuren die knallen.
Door het water gelopen met mijn laarzen aan naar het stukje buiten het gebied, waar vlinders geteld worden vanwege dat hier de heivlinder zou vliegen, alleen al jaren niet meer gezien. Daar zitten veel insecten op peen, o.a. een graafwesp: Ectemnius continuus.
Weer terug in het gebied fotografeer ik parende tengere grasjuffers, ze zijn algemeen, maar ik zie ze zelden.
Een klein spinnetje met een aparte tekening: de driestreepspin.
Bij de uitgang kom ik nog een elzensnuitkever tegen met een schattig snuitje.
Boogsnuituil
Zaterdag 15 juni 2024
De bijenorchissen zijn nogal klein gebleven op de parkeerplaats van het Kennemermeer, maar ze blijven leuk om te zien.
Er zit een boogsnuituil in het parkeerhok.
Heel veel kamgras dit jaar, zo mooi die bloeiwijze.
Ik mag wel uitkijken dat ik niet op de rups van de hageheld trap.
Zou zonde van dat leuke koppie zijn.
Er staan maar een paar honingorchideeën.
De nimfen van de gewone kielwants zijn al een stadium verder gekomen na vervelling.
Thuis zit een zwartringkogelspin in de groenbak.
Klaar
Donderdag 6 juni 2024
Vandaag heb ik gezegd dat ik niet meer kom in het asiel. Larry nog even geaaid en een zoen op zijn koppie gegeven en ik ben weggegaan. (Zie 1 juni)
Ik ga vlinders tellen bij het Kennemermeer en als ik langs de berk met de kielwantsen kom weet ik nog precies op welk blad de kielwants zit die eitjes onder zich had. Nu zijn de eitjes uitgekomen en moet ze voor 50 nimfjes zorgen, de lege eierschaaltjes zie je er nog bij.
Fraaie schijnbok
Dinsdag 28 mei 2024
In Amsterdam-Noord is het afscheid van Joske van de strandwacht. Ik heb een slaapmutsje voor haar meegenomen.
Het was een waardig en druk afscheid in een kerk die nu dienst doet als cultureel centrum. Voor de kerk is een park met brandkruid.
’s Middag ben ik al een stuk op weg om vlinders te tellen bij het Kennemermeer, helaas gaat het regenen en stop ik er mee. Ik sta denk ik te lang bij de berkenboom om allerlei insecten te ontdekken. De fraaie schijnbok zit op een bramenbloem.
Gewone steekmieren, die ene lijkt wel op een duiveltje.
Eitjes gewone kielwants
Donderdag 23 mei 2024
Vanaf het asiel fiets ik over de Heerenduinweg langs de plek van de bokkenorchissen. Er staan er maar een paar en ook niet zo mooi als andere jaren.
Ik dacht dat bonte wikke ingezaaid was, toch is het een inheemse plant.
Ik ben op zoek naar het soldaatje, kan het eerst niet vinden, nu zie ik dat er kippengaas omheen staat, voordat het weer weggemaaid wordt.
Op de parkeerplaats van het Kennemermeer staat best veel kleine ratelaar.
Ik weet nog precies waar de gewone kielwants met al die eitjes zit.
Maar er zitten nog meer beestjes op de berk, zoals de berkensmalsnuit (wantsje) en twee bladsnuitkevertjes.
Een witte wilgenkokermot deed me gelijk denken aan de pistoolkokermot die ik wel eens op foto’s heb gezien.
Icarusblauwtje
Maandag 20 mei 2024
Zo leuk dat ik de mensen van de excursie bij het Kennemermeer een gewone kielwants kan laten zien met wel een stuk of 50 eitjes onder zich. De foto daarvan komt later deze week. Een strekspin zit daar in de buurt, lijkt wel gemarmerd.
Gelukkig zien we een Icarusblauwtje, het lijkt wel of de vleugel nog niet helemaal glad gestreken is.
Laksteeltje
Zondag 19 mei 2024
Ik tref het dat er net een kneu mooi vrij zit op de parkeerplaats.
Op het parkeerplaatsje voor de IJRB weet ik laksteeltjes te staan, eindelijk zichtbaar, want een maand geleden was er nog niets te zien.
Verrassing dat ik op mijn vlinderroute bloeiende kleine pimpernel zie.
Leuk die renspin op de koker van de berkensigarenmaker.
Mijn hemel, mijn laarzen zijn echt nodig om uit het gebied te komen om nog 2 secties van mijn route te tellen. Hier staat witte x slanke waterkers in bloei.
Weer terug in het gebied kom ik Gelderse roos tegen.
Maar ook Zweedse lijsterbes.
Op het eind van de route waterbies, tweerijïge zegge en zeegroene zegge naast elkaar gehouden, altijd leuk voor determinatie.
Kleine ratelaar
Maandag 13 mei 2024
Op de parkeerplaats bij het Kennemermeer staat veel meer blauw walstro dan vorig jaar. Wat opvalt is dat hier de kleine ratelaar staat, terwijl in het gebied zelf de grote veel meer voorkomt.
Tijdens het vlindertellen komt een zwarte bladjager voorbij, die even gaat zitten.
Damherten zie ik al vaker hier, wel jammer want ze vinden de bloemen van orchideeën en andere planten erg lekker.
Kleine wantsjes van de berkensmalsnuitjes op de berk.
Het valt me op dat ik al 2 jaar geen vuurjuffer meer op de foto heb gezet, dit jaar ook niet gezien en nu vliegen de watersnuffels al volop.
Vleugeltjesbloem, dit keer in het roze.
Ik denk dat ik de grauwe schildwants meegenomen heb van het Kennemermeer, want ik ontdek hem op mijn fietstas thuis.
Harlekijnlieveheersbeestje
Dinsdag 7 mei 2024
Het kleefkruid langs de oude spoorlijn heeft last van walstrogalmijten.
Op de grove den ontdek ik een Aziatisch lieveheersbeestje die eitjes aan het leggen is.
Klein maar fijn, een harlekijnlieveheersbeestje.
Aardig wat klaverspanners op sectie 20.
Grote narcisvlieg is een goed herkenbaar soort zweefvlieg.
Tienstippelig lhb is best klein. Zoveelste soort op de grove den.
’s Middags ga ik naar het Kennemermeer om vlinders te tellen. Vijf dagvlinders maar, het is ook niet erg warm: 17 graden. Op een madeliefje zit een klein vliegje: Phania funesta.
Bij de uitgang nog een sluipwesp: Campopleginae indet.
Maanmuggen
Woensdag 1 mei 2024
Als ik ’s morgens alvast vlinders ga tellen bij de spoorlijn, dan kan ik ’s middags nog het Kennemermeer doen. Sinds enige tijd staat er vogelmelk langs het pad, waarschijnlijk ingezaaid door de gemeente.
Een mooi lieveheersbeestje in de grove den, oogvleklhb.
Verderop nog een lhb: viervlekkig Aziatisch lieveheersbeestje, die Aziatische zijn heel variabel.
’s Middags een treurige telling bij het Kennemermeer: 1 dagvlinder, 1 nachtvlinder en 1 hommel. Wat langpootmuggen hier en daar, dit is een vrouwtje oranje maanmug.
Lekkere harige rups van de grote beer.
Een mannetje oranje maanmug,
Bloeiende valse voszegge.
Tweerijige zegge
Maandag 15 april 2024
Bij de excursie bij het Kennemermeer wijst Marja ons op de bloeiwijze van de berk, zo leuk al die frutseltjes.
Op het eind komen we een soort plant tegen die we nog niet kennen. We voelen aan de stengel, die is driekantig en zou dus een zegge kunnen zijn. Alleen hebben zegges meestal vrouwelijke aren en daarboven een mannetje die er bovenuit steekt. Volgens OBS-identify is het toch een zegge: de tweerijige.
Gele berberis
Zaterdag 13 april 2024
Na het asielwerk ga ik eerst de oude spoorlijn lopen om vlinders te tellen. Wow, die kleuren van de judaspenning.
In de grote plantenbak van de gemeente staat heel veel kattenkruid, daar komen veel hommels op af, hier weer een akkerhommel.
Madeliefjes zie je het hele jaar, in het voorjaar heel uitbundig.
Van de Aziatische lieveheersbeestjes zijn er meerdere uitvoeringen, met heel veel stippen, maar ook dus met 2 grote rode vlekken.
De gele berberis zie je niet veel.
Daarna ga ik naar het Kennemermeer, hier zijn ook al weinig insecten. Een rouwvlieg met leuke facetoogjes op kruipwilg.
In het natte gedeelte een rietkruisspin die een kommetje heeft gesponnen waar ze in zit.
Ruitrandwants
Zaterdag 6 april 2024
Ook al waait het pittig, de temperatuur is goed om vlinders te tellen en ik begin gelijk bij de oude spoorlijn na het werk in het asiel. Leuk dat ik daar een boomblauwtje zie ook al krijg ik hem niet op de foto. Verder nog 1 klein koolwitje, dat zijn alle vlinders voor vandaag. Leuk dat hier winterpostelein staat.
Na de spoorlijn door naar het Kennemermeer, waar ik op sectie 14 een zuringwants zie op paardenbloem.
Prachtig dat er op de laatste sectie nog een hele verse kleine vos vliegt.
Op het fietspad kan ik nog een rups van een bleke grasworteluil redden.
En in mijn tuin red ik een ruitrandwants uit de waterbak en die heeft een kortschildkevertje op zijn antenne.
Ik heb de wants op mijn vinger, maar hij is van plan om weg te vliegen.
Dagpauwoog
Vrijdag 5 april 2024
Vanaf badminton fiets ik langs het Spaarne en dan langs de Mooie Nel, waar een viermaster vaart, die had ik daar niet verwacht.
’s Middags ga ik kijken bij het Kennemermeer of ik een beetje droog kan lopen morgen om vlinders te tellen. Bij het eerste gedeelte valt het mee en zie ik een dagpauwoog.
Ik zal mijn laarzen aan moeten doen, dat is wel duidelijk.
Grote aalscholver
Maandag 22 januari 2024
Voordat de excursie begint ga ik nog even bij het Kennemermeer kijken of daar nog meer deelnemers zijn. Kan ik nog gauw een foto maken van de aalscholvers op hun vaste plekje. Ik heb niet eerder geweten dat één daarvan een grote aalscholver is, het is een ondersoort van de aalscholver.
We gaan het strand op. Een glad stukje strand met patronen alsof er vogels vliegen.
Maar het heeft behoorlijk gewaaid en achter elk schelpje komt een hogere baan zand.
Hele hoge golven bij de pier die natuurlijk gesloten is.
Na de koffie ga ik nog bij de kleine pier kijken, waar de middelste zaagbekken nog steeds zitten. Kijk het mannetje eens trots zijn op zijn kuif.
De pier is nu wel open en ik kan tot het eind fietsen waar meestal in de winter de paarse strandlopers foerageren.