Gele kwikstaarten

Zaterdag 26 april 2025
Met Audrey ga ik vlinders tellen bij de Vossendel. Grappig dat zij een boom ziet waar ik nooit naar gekeken heb, ook al is die heel apart. Het is een Tartaarse kamperfoelie, die hier helemaal niet thuis hoort. Onder de roze knoppen zit ook nog een bloesemboktor.

De gewone bandspanner zullen vast nog wel vaker tegenkomen, maar deze is zo mooi vers.

Een grote zweefvlieg op de boom waar vaak insecten op zitten. Het is de populierenwoudzwever.

De mannetjes van de eik zijn wel herkenbaar.

De vrouwelijke bloem ziet er heel raar uit.

Ik wil zo graag de smaragdlibel op de foto zetten en bij de tankval richting Driehuis zou de kans groter zijn dan bij het weiland van de Vossendel. Schildpadden zitten daar genoeg, zelfs stapels. Bij de middelste kan je zien dat die zijn schild aan het vernieuwen is.

Geen smaragdlibel, wel een lachebekje geelbuikschildpad.

We fietsen door naar de Cremermeerroute die we ooit nog eens willen tellen, mocht het water zakken. De Engelse kwikstaart loopt al op een droog stukje, dus wie weet.

Nu niet de bosruiter, maar de groenpootruiter die daar loopt.

Ik dacht dat de Engelse kwikstaart in het bosje was gevlogen, deze kleuren lijken veel meer bij een gele kwikstaart te passen. Beetje vreemd dat ik opeens 2 gelige kwikstaarten zie, terwijl ik die anders vrijwel nooit zie.

De zomertaling in volle glorie.

De achterste gans heeft een groene halsband en die geef ik door aan de ringer. Dit stelletje heeft 5 pullen en daar in de buurt is nog een stelletje met 4 pullen.

Waterdrieblad

Vrijdag 25 april 2025
Giel vroeg al een paar keer of ik zijn tuin wilde komen bewonderen. Nu de blauwe regen volop bloeit is dat meer dan de moeite waard, wat een rijkdom.

De mooiste bloem heeft het waterdrieblad vind ik.

Wat een weelde zo’n tuin.

Maar ik moet ook nog eens vlinders tellen op de oude spoorlijn. Daar staat look-zonder-look en dat herken ik niet direct omdat ik het daar niet verwacht.

Het is weer tijd voor weekschildkevers en ja hoor, de bleekgele weekschildkever laat zich zien.

Er is door de gemeente eerdere jaren kattenkruid in de grote plantenbak gezet. Helaas is die bak helemaal overwoekerd door gras, alleen staat hier en daar nog een plantje kattenkruid.

Zo klein en fijn is veldsla.

Ik wist niet dat er ook nachtwolfspinnen zijn, maar dit is er dus een.

Dit vind ik zo mooi van de zeeden.

En de bladsnuitkevertjes mogen er ook zijn met die wonderlijke kleuren.

Pareltjes

Maandag 21 april 2025
Het is een hele tijd droog geweest en uitgerekend vandaag zou er een flinke bui komen als we bij het Kennemermeer lopen. Gelukkig valt het enorm mee en juist vanwege de regen zien we de spinnenraggen van de rietkruisspinnen en dat zijn er heel veel.

Een spin heeft er een collier van gemaakt met pareltjes.

De zilte zegge staat vol in bloei.

Totaal onverwacht vindt Marja zelfs een duinmorielje.

Leuke mossenexcursie

Zondag 20 april 2025
Er is een mossenexcursie van het IVN bij Bleek en Berg. Marja weet heel veel van mossen, dus dat wordt heel leuk. Het is allemaal heel klein. Op de foto is links een bolletje, als dat openklapt wordt het een sterretje zoals aan het eind van het steeltje. Het is gedrongen kantmos.

In het oog springend gaffeltandmos.

Groot duinsterretje met glasharen aan het eind van de blaadjes.

Vrouwelijk zandhaarmos. Het heet haarmos omdat er haren zitten aan het huikje.

Grijs bisschopsmuts is vrij zeldzaam.

Met Audrey ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer, een bont zandoogje gaat even keurig voor de foto zitten.

Op het heivlinderduin bloeit de ruwe gierstgras.

Terug fiets ik langs de gele ribes.

Larven zeester

Zaterdag 19 april 2025
Izzy zit zich lekker te wassen op Nico zijn nieuwe brommer.

Voordat ik naar het strand ga wil ik eerst even kijken hoe de laksteeltjes er bij staan. Ja hoor, ze staan al te bloeien en Jelle komt nieuwsgierig met me meekijken.

Marja geeft mij op het strand een stuk zeesla en ik zie daar hele kleine zeesterretjes op, nog geen 2 mm groot.

Bij het koffiedrinken loopt een zandviltvlieg zo in de weg dat hij zeker op de foto wil.

Bosruiter

Vrijdag 18 april 2025
Ik moet toch in de gaten houden of ik ooit nog bij de Cremermeerroute vlinders kan tellen. Dat kan nog lang niet, wel mooi om te zien dat er nu zoveel soorten vogels zijn. Ik begin met een graspieper.

Een stuk of 10 witte kwikstaarten vliegen hier heen en weer.

Ondertussen is Sjek er ook bij gekomen en we twijfelen welke kleine steltloper dat nu is, we denken een kemphaan, het is echter de bosruiter, eigenlijk nog leuker.

De kleine pleviertjes staan hun mannetje (of vrouwtje) wel, kleine felle rakkers.

De zomertalingen zijn er ook nog, 2 mannetjes en een vrouwtje ergens in het water.

Een geaderde schietmot landt voor mijn voeten.

Er komen nog 3 kneutjes langs te foerageren.

De krakeenden zijn op rust. Links met die sjieke borst is het mannetje.

Het lijkt wel een heel meer, maar het zijn de regenplassen die hier nog zo hoog staan.

IJsvogel

Woensdag 9 april 2025
Regelmatig ga ik even kijken bij de ijsvogel of er geen andere fotografen staan, gelukkig nu even niet, daarom kijk ik daar rond en zie een tuinhommel van de nectar van de prachtframboos snoepen.

Het ijsvogeltje vliegt voor de rododendrons langs en gaat keurig op een takje zitten. Eerst met z’n rug naar me toe.

Dan kijkt hij naar me of hij daar goed zit. Ja hoor, prima.

En dan gaat hij poetsen en even poseren (ja, het is een mannetje).

In Beeckestijn zit man buizerd de omgeving in de gaten te houden.

Beeckestijn

Maandag 7 april 2025
Op weg naar de excursie in Beeckestijn kom ik langs de bosuil. ’s Morgens staat de zon goed om foto’s te nemen en hij laat zich ook goed zien.

In de kruidentuin van Beeckestijn staat dwergkwee tegen de slangenmuur.

Met de groep komen we voor de planten en hier komen we wel aan onze trekken. Vingerhelmbloem.

Bij deze foto kan ik nu goed zien waarom deze bij de sachembij wordt genoemd, wat een franjes aan de poten.

Elk jaar ga ik op zoek naar het muskuskruid en vind het ook.

Dicht bij de holwortel en deze heeft dikke zaaddozen.

In het veldje met de vele stinzeplantsoorten staan bloemen van de oosters anemoon naast de vroege sterhyacinten.

Als iedereen weg is gegaan ga ik alleen wandelend door het park. Er staat een enorme magnolia-boom met mooie bloemen.

Op een zomerklokje zit een ieniemienie-spinnetje, waarschijnlijk de moswolfspin.

Op een ander zomerklokje een spookmug.

Een vink zit heel dichtbij insectjes te pikken achter de schors van de berk.

Elk jaar lijken er wel meer pollen van hondstand komen te staan.

Twee knoppen van hondstand in elkaar gestrengeld en daarop een maartse vlieg.

En dan kom ik ook nog de kievitsbloemen tegen in het wit en rood.

Muurwesp en metselbij

Vrijdag 4 april 2025
Stralend weer om de vlinderroute bij het Kennemermeer te tellen. Bij het parkeerhok zit alvast een voorjaarskortvleugelmot.

De wilgen in het gebied produceren heel wat stuifmeel.

Als je de populierenkatjes bekijkt zijn die ook bijzonder.

De wollige sneeuwbal heeft knoppen en die fotografeer ik van de onderkant.

Bij de uitgang loopt een muurwesp Ancistrocerus nigricornis over de slagboom.

Prachtig die spreeuwen bij de madeliefjes langs het fietspad.

Terwijl ik sta te kijken naar de spreeuwen landt er een gehoornde metselbij op de meidoornstruik.

Winterjuffer

Woensdag 2 april 2025
De secties op de vlinderroutes zijn 50 meter, soms weet ik niet precies waar het begint of eindigt en vandaag meet ik de eerste 3 secties van de Vossendel met een touw van 50 meter. Daarna wandel ik verder naar het gebied dat “In den Argus” heet. Het regenwater in de slootjes verrot en dat geeft van die leuke luchtbelletjes.

Een taxus met allemaal zaadbolletjes.

Een bruine winterjuffer krijgt in het voorjaar blauwe ogen, misschien nog te vroeg daarvoor?

Een houtlangpootmug landt op het hout.

Wolfspin

Zaterdag 8 maart 2025
Op de achterdeur kruipt een wolfspin langzaam omhoog.

Op weg naar het landje van Gruijters zie ik een (Vlaamse) gaai, ik wacht even tot hij vrij gaat zitten zonder tak ervoor.

De eerste grutto’s zijn gearriveerd, nog geen grote aantallen. Vlak voor me een meerkoetje met ook al zo’n bijzondere kleur oog als de gaai.

Voorjaarsboomspanner

Vrijdag 7 maart 2025
Op het parkeerhok bij het Kennemermeer zit een voorjaarsboomspanner.

Gelukkig ontdek ik alweer het eerste kevertjes: Dorytomus taeniatus.

Zo zacht als de wilgenkatjes zijn, dat zie je gewoon.

Aan de Heerenduinweg tel ik maar liefst 52 rozetten van de bokkenorchis. Hier en daar is wel aan de bladen gevreten, ik hoop dat de bloemen met rust gelaten worden. Dat zal wel niet, want die vinden de herten het lekkerst.

Jonge nijlgansjes

Dinsdag 4 maart 2025
Vandaag zie ik vanaf badminton jonge nijlgansjes.

Het is ook heerlijk weer voor ze.

Ik fiets langs de ruïne van Brederode waar een paar stelletjes grote Canadese ganzen zitten. Bovenop het bouwwerk roepen ze naar elkaar.

De ruïne dateert uit de 13e eeuw.

Een torenvalkje landt net op een hoekje.

Een feest van krokusjes in Schoonenberg.

Op de hoek van de Van Houtenlaan wil ik een gaai fotograferen, maar die zit net in de schaduw, als ik opzij stap pakt hij een bolletje van de grond en vliegt weg. Dan kan ik mooi de aardhommels bekijken die van de krokusjes snoepen.

Weinig te beleven

Zaterdag 1 maart 2025
Ik loop bij het Kennemermeer, alleen is er niets te zien. Er was nog een ringsnaveleend gemeld een half uur daarvoor, maar die is zeker ondergedoken. Ik ga nog even kijken tussen het riet en daar glimmen me de kevertjes me tegemoet.

Ik hoop dat het water zakt voor de volgende excursie, want alle paden staan ook onder water.

Bij het strandje staan een paar plantjes van het kleine hoefblad te bloeien, pff, toch nog wat.

Toppers

Dinsdag 25 februari 2025
Er zitten nu 2 toppers bij de pier, dat wil ik natuurlijk meemaken. Helaas is het juist bij de pier opeens heel mistig geworden, maar ik laat de kans niet ontglippen. Het is een mannetje en een vrouwtje.

Een paar paarse strandlopers lopen zo dichtbij dat ik van de mist geen last heb.

Omdat er verder geen bijzondere vogels zijn ga ik nog naar het Kennemermeer. De geelbruine plaatjeshoutzwam zit ook op de andere slagboom, maar is verser en is oranje.

Krokussen
Zaterdag 8 februari 2025
Sinds de spoorlijn jaren terug is veranderd in wandelpad ben ik niet meer ten oosten van station oost geweest. Vandaag maar eens het pad bewandeld. Aan een eik zitten een paar colanootgallen.

Langs de Lelylaan terug, daar staan krokussen met vrolijke kleurtjes.

De theeroos staat hier al jaren in een tuin, het is een hele vroeg bloeier.

En de gele kornoelje bloeit ook.

Rups slakrups

Zaterdag 12 oktober 2024
Met de KNNV ga ik mee op zoek naar gallen bij het Visserspad. Dik weet al vrij snel een eikje te staan waar hij gallen op weet te zitten. Maar wat een ontdekking: hij ziet een rups van een slakrups, wat geweldig. Altijd al eens willen zien en er zitten er zelfs twee!

Gallen van de beukenhaargalmuggen op het blad van de beuk.

In een eerder stadium zien ze er zo uit. Het is niet de onderkant van het blad, want dat ziet er uit als kleine verdikkingen op het blad.

Een witte kluifzwam waar nog niet aan gekloven is.

Op een armtierig struikje van de zomereik zitten twee rupsen van het kroonvogeltje.

Andere kleuren dan bij de rupsen bij het Kennemermeer, dit is na meerdere vervellingen. Ze zijn ook groter.

Satijnknoopgallen van de knoopjesgalwesp. Hiervan zijn 2 generaties. In het voorjaar hebben de gallen mannetjes en vrouwtjes en bij deze satijnen gallen zijn het alleen vrouwtjes.

We komen bij een stukje met veel mossen. Onder andere zomersneeuw, ook een Cladonia-soort.

Nog niet zeker of dit het gevorkte heidestaartje is, maar deze herken ik wel gelijk als een Cladonia-soort.

Net als het vals rendiermos.

Nu ik toch op het Visserspad ben fiets ik langs Zandvoort terug door de duinen. De andere kant van het tunneltje is nu ook beschilderd door Joost Zwanenburg. Prachtig gedaan.

Als ik het Vogelmeer voorbij ben zie ik een kudde koniks links van het pad. Twee koniks hebben even rust nodig.

Frambozen

Woensdag 9 oktober 2024
In een bak water in de tuin vind ik een verdronken bladrandwants met belletjes op zijn blote lijfje.

Voor paddenstoelen ga ik naar het Burgemeester-Rijkenspark. Er hangen heerlijk uitziende frambozen.

Er naast nog een tak met bloemetjes van de framboos, met een vliegende speld die in de bloem is gedoken.

Er zit een gal op de knop van een hazelaar. Het kan van een springende hazelaarmug zijn, maar ook van een hazelaarkatjesmijt, voor determinatie had ik het beestje er uit moeten halen, dat doe ik niet.

Aan een blad hangt een doorzichtige bel van ongeveer 1 cm. Het is een eipakket van een kokerjuffer, de bladplakker.

Er stroomt nog een echte beek door het park, met aan de walkant tongvarens.

Toevallig kom ik nog langs het kabouterdorp, ik dacht dat het aan de andere kant van het park was.

Zwavelkopjes of zijn het zwavelstokjes met in het midden vlammetjes?

Zwavelkopjes die het hoger op zoeken.

Dromedarisluizen

Vrijdag 4 oktober 2024
De waddenorchidee op de parkeerplaats heb ik ingevoerd in waarneming. Eerst wordt er handekenskruid en later rietorchis van gemaakt. Volgend jaar toch eens kijken of waddenorchis niet klopt.

De Metellina-spin heeft een prooi goed ingepakt, misschien was het een rietcicade.

Een stam zit helemaal onder de dromedarisluizen, bijna de enige soort luis die goed te herkennen is.

Sikkelsprinkhaan

Maandag 23 september 2024
De brede wielwebspin zit op een grasje waarvan ik de naam wel zou willen weten.

Galletjes van de schietwilgwratmijt op schietwilg.

Het is dat ik niet weet of ik volgende week nog vlinders kan tellen vanwege het weer dat ik vandaag toch ga tellen. Het is 19 graden, dus de temperatuur valt nog mee en de wind ook.

De sikkelsprinkhaan zie ik al vaker hier bij het Kennemermeer. In 2004 kwamen de eerste 3 exemplaren in Noord-Holland.

Nog een zuidelijke soort: de grauwe schildwants. De eerste melding is van 2005.

De rups van de kleine beer kijkt of de andere kant van het dorre blad sappiger is.

Bloeiende zeealsem

Zondag 22 september 2024
Tijdens het schelpen tellen zie ik een zilvermeeuw met een schol worstelen.

Twee volwassen kleine mantelmeeuwen met een jonge ertussen.

Op een poot van een noordzeekrab zit een of ander mosdiertje en een Nieuw-Zeelandse pok.

Na het koffie drinken ga ik nog eens op zoek naar zeealsem. Zo’n mooi gebied met zeeraket, zeewolfsmelk, duinaveruit, teunisbloemen, vlieszaad en helm.

Zeealsem gevonden en de bloemetjes vergeleken met duinaveruit dat er naast staat. De bloemetjes van zeealsem zijn veel spitser.

Een strontvlieg heeft een vleesvlieg te pakken.

Stekend loogkruid

Vrijdag 20 september 2024
Voor de planten ga ik naar de duinen op het strand. De gewone viltbij zit op biggenkruid. De bij vind ik prachtig met die rode ogen en rode poten, maar nu zie ik ook dat de meeldraden van de bloemen met meerdere steeltjes er uit komen, heel apart.

Stekend loogkruid heeft leuke platte bloemetjes.

De gele blaadjes van zeemelkdistels hebben allemaal haartjes aan de onderkant. Op de knop zitten klierharen. De zeemelkdistel is een ondersoort van de akkerdistel.

Een bessenschildwants zit op de uitgebloeide zeemelkdistel en op een andere pluizige distels zitten er nog drie.

Ik neem aan dat dit smal vlieszaad is, maar er zijn ook mengvormen van breed en smal, aan het zaad is dat te zien.

Het zijn echt pioniersduinen en het vlekje in de lucht rechts van de rode vuurtoren is een libel 😉