Vlucht regenwulpen

Donderdag 8 mei 2025
Voordat ik naar het strand ga wil ik nog bij het laksteeltje kijken. Daar kom ik bloeiend straatgras tegen, heel algemeen, maar ik vind grasjes geweldig.

Jammer dat ik het muziekkorps niet heb horen spelen.

Hertshoornweegbree in bloei.

Het laksteeltje is toch wel heel klein, gelukkig staan er veel.

Op het strand liggen veel oorkwallen. Het verschil van mannetje met vrouwtje is dat de mannetjes witte ringen hebben en de vrouwelijke kwallen roze.

Wow, 30 regenwulpen vliegen over.

Ik sta op de pier en op het strand zijn heel veel visdiefjes. Er komen 11 andere vogels bij staan en als ze even later opvliegen komen die over de pier. Dan zie ik dat het kanoeten zijn.

De visdiefjes zijn aan het vissen.

Daarna ga ik naar de jachthaven waar ik op zoek ben naar de slanke mantelanjer. Niet gezien. Een gele kustspanner vliegt steeds een stukje verder en blijft me dan even aankijken, haha.

Bij de jachthaven tegen de pier aan groeit strandbiet een zeevenkel.
De bloemetjes van oorsilene piepen al tevoorschijn.

Het soldaatje op de Heerenduinweg staat er prachtig bij.

Af en toe spot ik hier een argusvlinder.

Jammer dat de bokkenorchissen te lijden hebben van de droogte. Ik geef ze wat water, maar veel zal het niet helpen. Van de winter zijn heel veel rozetten geteld en ik zie er nu maar 3 bloeien.

Nou ja, ook nog een esperiamot in mijn tuin, wat heb ik veel gezien vandaag!

Bremschildwants

Zaterdag 3 mei 2025
Ik ben op weg naar de pier, op de Kromhoutstraat zie ik van alles, dus het is de vraag of ik de pier wel haal. Een viervlekkig Aziatisch lieveheersbeestje op kardinaalsmuts is dieprood.

Ik kan me niet herinneren of ik de bremschildwants eerder heb gezien.

De rups van de bastaardsatijnvlinder heeft iedereen wel eens gezien denk ik.

De rupsen van de kardinaalsmutsstippelmot maken zulke grote spinsels in de bomen.

Een bladwesp met de mooie naam “Aglaostigma fulvipes” op braam.

En nog een gouden slakkenhuisbij op de bloem van de braam.

Ik heb de pier toch nog gehaald en dat is mooi want ik zie 2 regenwulpen.

Verderop nog een bontbekplevier.

Hiervandaan uitzicht op het kleine strand met de strandhuisjes en daarachter een cruiseschip.

Terug bij het begin van de pier staat er nog één regenwulp, de ander is gevlogen.

Ik ga schelpen tellen met de andere dames, maar houd de visdiefjes wel in de gaten. Best een grote vis voor zo’n visdief.

Heel veel visdiefjes, geen enkele dwergstern, zwarte stern of grote stern ertussen.

Het is weer tijd voor zeedruifjes.

Grote venusschelp en die oranje stipjes zijn baby-zeesterretjes.

Tjiftjaf

Vrijdag 2 mei 2025
Samen met Audrey tel ik vlinders bij het Kennemermeer. We zien 3 damherten en 2 daarvan staan elkaar te liefkozen. Toch is het niet leuk dat ze in het gebied lopen, want ze lusten heel graag orchideeën.

Ik dacht dat de rupsen met die lichte haren dat dat kleine beren waren, maar met die knobbels zijn het toch grote beren.

Het is een tjiftjaf, want we hebben hem gehoord 😉

Hierom vind ik de grassen en biezen zo mooi, dit is gewone waterbies.

Zuringspanner

Donderdag 1 mei 2025
Bij het vlinders tellen van de Vossendel kijk ik op sectie 19 bij de oude eik of daar insecten op zitten. Weer de populierenwoudzwever die ik daar vaker zie.

Alsook de gedeukte sapzweefvlieg die van het sap van de boom drinkt.

Heel leuk is daar het mannetje van de zuringspanner.

Nog leuker dat we de vlinder van het kroonvogeltje zien bijna aan het eind van de telling.

Een grote bonte specht vliegt naar een boom waar hij even gaat hakken.

Bruine winterjuffer

Dinsdag 29 april 2025
Ik ga het weer proberen bij de vijver van Velserbeek. Er zwemmen heel wat dikkopjes en op het takje zitten grote en kleine schaatsenrijders.

Het is een heel goed jaar voor vuurjuffers.

De bruine winterjuffer heeft alleen in het voorjaar blauwe ogen.

’s Middags ga ik mijn vlinderroute voor de deur tellen. Zachte dravik bloeit en omdat ik de grassen zo mooi vind heb ik me aangemeld voor een grassencursus.

Er zijn verschillende netwantsen en een daarvan zou op bijvoet zitten, dus even goed kijken en ja hoor, daar is ie.

Muurbloemen

Zondag 27 april 2025
Voordat ik naar de excursie van IVN ga zie ik Izzy nog net onder de sering liggen op het schuurdakje.

De excursie is bij de ruïne van Brederode, waar de zeldzame muurbloem welig tiert.

Ik vind korstmossen fascinerend.

Nogal grijs kauwgommos, meestal is het witter en kleiner.

Doorkijkje van het kasteel.

Leuk verhaal gehoord over de muurleeuwebek, het plantje duwt de zaadjes in de muren.

De gelobde citroenkorst is prachtig.

Marja van IVN wijst het zeldzame duinbekermos aan.

De kleine pimpernel bloeit en dit is de vrouwelijke vorm.

Muurbloemen voor het kasteel.

Mooie gele bloemen.

Audrey en ik gaan daarna nog vlinders tellen bij het Kennemermeer. Reukgras ruikt echt lekker als je de steel een beetje kneust.

Op sectie 7, de heivlinderduin, staan 2 pollen met gulden sleutelbloem.

Gele kwikstaarten

Zaterdag 26 april 2025
Met Audrey ga ik vlinders tellen bij de Vossendel. Grappig dat zij een boom ziet waar ik nooit naar gekeken heb, ook al is die heel apart. Het is een Tartaarse kamperfoelie, die hier helemaal niet thuis hoort. Onder de roze knoppen zit ook nog een bloesemboktor.

De gewone bandspanner zullen vast nog wel vaker tegenkomen, maar deze is zo mooi vers.

Een grote zweefvlieg op de boom waar vaak insecten op zitten. Het is de populierenwoudzwever.

De mannetjes van de eik zijn wel herkenbaar.

De vrouwelijke bloem ziet er heel raar uit.

Ik wil zo graag de smaragdlibel op de foto zetten en bij de tankval richting Driehuis zou de kans groter zijn dan bij het weiland van de Vossendel. Schildpadden zitten daar genoeg, zelfs stapels. Bij de middelste kan je zien dat die zijn schild aan het vernieuwen is.

Geen smaragdlibel, wel een lachebekje geelbuikschildpad.

We fietsen door naar de Cremermeerroute die we ooit nog eens willen tellen, mocht het water zakken. De Engelse kwikstaart loopt al op een droog stukje, dus wie weet.

Nu niet de bosruiter, maar de groenpootruiter die daar loopt.

Ik dacht dat de Engelse kwikstaart in het bosje was gevlogen, deze kleuren lijken veel meer bij een gele kwikstaart te passen. Beetje vreemd dat ik opeens 2 gelige kwikstaarten zie, terwijl ik die anders vrijwel nooit zie.

De zomertaling in volle glorie.

De achterste gans heeft een groene halsband en die geef ik door aan de ringer. Dit stelletje heeft 5 pullen en daar in de buurt is nog een stelletje met 4 pullen.

Waterdrieblad

Vrijdag 25 april 2025
Giel vroeg al een paar keer of ik zijn tuin wilde komen bewonderen. Nu de blauwe regen volop bloeit is dat meer dan de moeite waard, wat een rijkdom.

De mooiste bloem heeft het waterdrieblad vind ik.

Wat een weelde zo’n tuin.

Maar ik moet ook nog eens vlinders tellen op de oude spoorlijn. Daar staat look-zonder-look en dat herken ik niet direct omdat ik het daar niet verwacht.

Het is weer tijd voor weekschildkevers en ja hoor, de bleekgele weekschildkever laat zich zien.

Er is door de gemeente eerdere jaren kattenkruid in de grote plantenbak gezet. Helaas is die bak helemaal overwoekerd door gras, alleen staat hier en daar nog een plantje kattenkruid.

Zo klein en fijn is veldsla.

Ik wist niet dat er ook nachtwolfspinnen zijn, maar dit is er dus een.

Dit vind ik zo mooi van de zeeden.

En de bladsnuitkevertjes mogen er ook zijn met die wonderlijke kleuren.

Leuke mossenexcursie

Zondag 20 april 2025
Er is een mossenexcursie van het IVN bij Bleek en Berg. Marja weet heel veel van mossen, dus dat wordt heel leuk. Het is allemaal heel klein. Op de foto is links een bolletje, als dat openklapt wordt het een sterretje zoals aan het eind van het steeltje. Het is gedrongen kantmos.

In het oog springend gaffeltandmos.

Groot duinsterretje met glasharen aan het eind van de blaadjes.

Vrouwelijk zandhaarmos. Het heet haarmos omdat er haren zitten aan het huikje.

Grijs bisschopsmuts is vrij zeldzaam.

Met Audrey ga ik vlinders tellen bij het Kennemermeer, een bont zandoogje gaat even keurig voor de foto zitten.

Op het heivlinderduin bloeit de ruwe gierstgras.

Terug fiets ik langs de gele ribes.

Agaatvlinder

Zaterdag 12 april 2025
De favoriet van elke vogelaar: de drieteenstrandloper, watervlugge vogeltjes.

Verschillende soorten wieren op het strand.

Een dode bot even in het water gelegd om schoon te spoelen.

Een bouwpakket gevonden van de wolhandkrab.

Met Audrey ga ik bij het Kennemermeer vlinders tellen, daarbij kijken we eerst bij het parkeerhok of er nog een nachtvlinder of ander insect zit. En ja hoor, een klein koolwitje is net uit de pop gekomen.

En thuis wacht een verse agaatvlinder op me in de poort.

Dwaze hazen

Vrijdag 11 april 2025
Op weg naar het landje van Gruijters stop ik bij een weiland waar 3 hazen met elkaar aan het dollen zijn.

Zo schattig die staartjes.

Nog geen haasje over, wel racende hazen.

Ik ga naar de Vossendel om vlinders te tellen. In het bos staan bleeksporige viooltjes.

Toch nog 6 kleine geaderde witjes geteld, bij 15 graden.

Op de laatste sectie staat een kruisbes met een wat vreemde bloem.

Van het landje van Gruijters is niets meer terecht gekomen, volgende keer maar weer.

Muurwesp en metselbij

Vrijdag 4 april 2025
Stralend weer om de vlinderroute bij het Kennemermeer te tellen. Bij het parkeerhok zit alvast een voorjaarskortvleugelmot.

De wilgen in het gebied produceren heel wat stuifmeel.

Als je de populierenkatjes bekijkt zijn die ook bijzonder.

De wollige sneeuwbal heeft knoppen en die fotografeer ik van de onderkant.

Bij de uitgang loopt een muurwesp Ancistrocerus nigricornis over de slagboom.

Prachtig die spreeuwen bij de madeliefjes langs het fietspad.

Terwijl ik sta te kijken naar de spreeuwen landt er een gehoornde metselbij op de meidoornstruik.

Duinviooltjes

Woensdag 26 maart 2025
Weer voor controle naar mijn Cremermeerroute, het water staat iets lager, toch nog veel te hoog, zodat ik voorlopig nog geen vlinders kan tellen daar, zelfs al zou ik een waterfiets hebben.

Ik ga even naar het strand daar en zie hele duidelijke konijnensporen.

Weer terug op de strandopgang zie ik hele zwarte judasoren op de vlier.

Daarvandaan een overzicht van al het water in het gebied.

Ik fiets door naar het Vogelmeer. Heerlijk dat daar zo’n hoeveelheid duinviooltjes staat, goed voor de duinparelmoervlinders.

Rups slakrups

Zaterdag 12 oktober 2024
Met de KNNV ga ik mee op zoek naar gallen bij het Visserspad. Dik weet al vrij snel een eikje te staan waar hij gallen op weet te zitten. Maar wat een ontdekking: hij ziet een rups van een slakrups, wat geweldig. Altijd al eens willen zien en er zitten er zelfs twee!

Gallen van de beukenhaargalmuggen op het blad van de beuk.

In een eerder stadium zien ze er zo uit. Het is niet de onderkant van het blad, want dat ziet er uit als kleine verdikkingen op het blad.

Een witte kluifzwam waar nog niet aan gekloven is.

Op een armtierig struikje van de zomereik zitten twee rupsen van het kroonvogeltje.

Andere kleuren dan bij de rupsen bij het Kennemermeer, dit is na meerdere vervellingen. Ze zijn ook groter.

Satijnknoopgallen van de knoopjesgalwesp. Hiervan zijn 2 generaties. In het voorjaar hebben de gallen mannetjes en vrouwtjes en bij deze satijnen gallen zijn het alleen vrouwtjes.

We komen bij een stukje met veel mossen. Onder andere zomersneeuw, ook een Cladonia-soort.

Nog niet zeker of dit het gevorkte heidestaartje is, maar deze herken ik wel gelijk als een Cladonia-soort.

Net als het vals rendiermos.

Nu ik toch op het Visserspad ben fiets ik langs Zandvoort terug door de duinen. De andere kant van het tunneltje is nu ook beschilderd door Joost Zwanenburg. Prachtig gedaan.

Als ik het Vogelmeer voorbij ben zie ik een kudde koniks links van het pad. Twee koniks hebben even rust nodig.

Sikkelsprinkhaan

Maandag 23 september 2024
De brede wielwebspin zit op een grasje waarvan ik de naam wel zou willen weten.

Galletjes van de schietwilgwratmijt op schietwilg.

Het is dat ik niet weet of ik volgende week nog vlinders kan tellen vanwege het weer dat ik vandaag toch ga tellen. Het is 19 graden, dus de temperatuur valt nog mee en de wind ook.

De sikkelsprinkhaan zie ik al vaker hier bij het Kennemermeer. In 2004 kwamen de eerste 3 exemplaren in Noord-Holland.

Nog een zuidelijke soort: de grauwe schildwants. De eerste melding is van 2005.

De rups van de kleine beer kijkt of de andere kant van het dorre blad sappiger is.

Rups kroonvogeltje

Maandag 16 september 2024
Met een fraaie wolkenlucht belooft de excursie bij het Kennemermeer bijzonder te worden. We vinden al snel rupsen van de wapendrager. Bij mijn favoriete berkenboom zie ik een rups van een kroonvogeltje, wow, prachtige vondst. De kop is naar de rug gekeerd.

De anderen zijn daar zo lang aan het bewonderen en fotograferen dat ik nog van alles zie, zoals een groene stinkwants.

Een slakkendodervliegje met een geweldige naam: rooddijtantesidonia.

Gal in de watermunt, door de watermuntbloesemmijt.

Als ik ga kijken of ze klaar zijn met het kroonvogeltje ontdek ik onder een blad ook nog een rups van een Meriansborstel. We gaan nog net niet uit ons dak.

De rupsen van wapendrager zijn altijd heel harig, deze heeft zijn wilde haren verloren waardoor het patroon zichtbaar is.

Overblijfsel van een nog bloeiende kattenstaart.

Topexcursie, helaas met maar 6 deelnemers, inclusief ikzelf.
Bij het koffiedrinken op het terras komt er nog een terrasjeskommazweefvlieg op mijn schoot zitten.

Scheefbloemwitje

Zondag 8 september 2024
Aan de binnenkant van het parkeerhok bij het Kennemermeer zit een zwartvlekdwergspanner.

Een heidelibel met sprankelende vleugels.

Parnassia’s, het paradepaardje van de duinen.
Ook al loop ik steeds met mijn zware lens te sjouwen ik ben blij dat ik hem bij me heb als ik 3 paapjes zie.

Ik mag wel opschieten met de vlindertelling, het is weer erg bewolkt.

Telelens weer nodig voor het scheefbloemwitje want die is te verwarren met klein koolwitje.